- 15 -
l4 -
Ik persoonlijk ben bereid om mij bij voorbaat neer te leggen
bij de uitkomsten van verdere studies indien wij daar zelf
bij worden betrokken en ook zelf ons aandeel kunnen leveren.
Ik wil dan ook dit betoog besluiten met de woorden die ik reeds
tweemaal eerder heb uitgesproken en waar ik nog steeds A^olledig
achter sta:
Wanneer na een objektieve studie, begeleid dooi" bestuurders
van de diverse gemeenten, tot de konklusie zou worden gekomen
dat het dorp Teteringen geen reden van bestaan meer heeft, dan
zal ik me daar met zeer veel zelfdiscipline bij neer kunnen,
nee, moeten leggen.
Maar wanneer tot oj>heffing van onze gemeente wordt besloten op
grond van quasi-argumententerwijl wij daar tegenover voldoen
de tegen-voorstellen hebben, dan is er maar één antwoord c-n
dat is: "Vechten tot het laatste".
Hierna schorst de Voorzitter de vergadering voor een korte
pauzeo Na heropening van de vergadering verleent de Voorzit
ter het woord aan het raadslid de heer S.J.M. Gerits.
De hear S.J.M. Gerits spreekt als volgt. Mijnheer de Voorzitter,
zo zegt hij, de wiize waarop tot heden de Teteringenaren heb
ben gereageerd op de dreigende annexatie heeft de bevolking
doen kennen ais rustige vredelievende burgers» Op een rustige
en vredelievende wijze immers zijn nu reeds tot tweemaal toe
in een door U uitgeschreven vergadering, waarbij de annexatie
plannen van Gedeputeerde Staten aan ons werden voorgelegd,
onze bezwaren hiertegen naar voren gebracht» Maar ook de
meest rustige kan op een gegeven moment zijn geduld verliezen
en dat moment, mijnheer de Voorzitter, is, nu dit plan voor de
derde maal aan ons wordt voorgelegd, dan ook wel aangebroken»
Met grote bewondering heb ik de uitvoerige en schitterend ge-
dokumenteerde vertogen van U en wethouder Oomen aangehoord»
Het is mij een raadsel, waar U het geduld vandaan haalt om voor
de zoveelste maal op een dergelijke wijze dit minderwaardige
plan te weerleggen»
Wij in onze fraktie kunnen dit niet langer, ons geduld is vol
komen uitgeput» Wij willen thans een ander geluid laten klinken,
wij willen protesteren» Protesteren, mijnheer de Voorzitter,
met alle kracht die in deze kleine gemeente voorhanden is»
Wij protesteren tegen het optreden van Gedeputeerde Staten»
Wij protesteren, omdat ons wordt verweten dat de samenwerking
in de regio Breda niet van de grond is gekomen, terwijl G=S»
zelf het voorstel tussen Breda en Prinsenbeek uit 1964 om tot
grondruil over te gaan, waarbij Breda de beschikking zou krzj-
gen over de Haagse Beemden, heeft afgewezen»
Een door goede samenwerking tussen beide gemeenten tot stand
gekomen oplossing voor het ruimte-gebrek van Breda werd door
G»S» afgewezen»
Wij protesteren er tegen, dat een door de gemeenten Breda en
Teteringen in goede samenwerking gemaakte overeenkomst voor de
afstand van het gebied van de Hoge Vughtwaarbij Teteringen
haar deel van de overeenkomst is nagekomen, door G»S» volkomen
werd genegeerd en Breda op deze wijze haast wordt gedwongen
haar deel van de overeenkomst niet na te komen. Zoals U weet
bedoel ik hiermee de schriftelijk vastgelegde belofte van
Breda om geen aanspraak meer te maken op het grondgebied van
Tet eringen