- 17 -
- l6 -
Gelet op het relatief geringe inwonertal van deze gemeente
zou ik mij zeer wel kunnen voorstellen, dat daarmede de ge
meentelijke bestuurskracht in de omgeving van Breda zou wor
den gediend"
In hun antwoord te dien aanzien, hebben G.S. de Staatssecre
taris bericht in beginsel niet afwijzend te staan tegen de
toevoeging van Teteringen aan Breda. Daarbij hebben zij hot
volgende aangetekend:
"Een punt van overweging vormt voor ons wel, dat eerst vijf
janr geleden nog de grens tussen beide gemeenten opnieuw is
bepaald. Desniettemin zijn wij bereid de mogelijkheden tot
motivering van een volledige annexatie van Teteringen te on
derzo eken"
Nu hebben G.S. eerst twee jaar naar argumenten gezocht. Daarna
zijn zij gekomen met argumenten, strijdig met hun eigen Streek
plan. Door iedereen daarop attent gemaakt, strepen zij die er
uit, maar omdat het anders te mager zou zijn wordt er welnu
zonder cijfers te noemen, nog 11 maal gesuggereerd, dat men
van Teteringen grond nodig heeft met opmerkingen als een ge
deelte van de grond van Teteringen, Breda moet bouwen op
grond die haar toebehoortuitbreiding van bestaande woonge
bieden, stadsuitleg van Breda, uitbreiding woon- en werkge
bieden in noordelijke richting, toekomstige bebouwing, noor
delijke richting ligt al jaren voor de hand. Voor de leden van
de Tweede Kamer die dit stuk straks lezen is het ondoenlijk om
te ontgaan aan deze suggestie, dat cr op Teteringse grond zal
worden gebouwd. Dit is ten ene male niet waar. Om te voorkomen
dat enige ijverige volksvertegenwoordigers het Streekplan er
bij opslaan wordt 17 maal verzekerd dat het herindelings
plan berust op het Streekplan. Wij protesteren tegen deze vorm
van bestuur. Wij protesteren ook togen de herhaalde suggestie
dat wij parasiteren op de centrumgemeente. Waarom hiervan niet
een duidelijke becijfering? Wij zijn allerminst ongerust over
de uitkomst. Mocht die evenwel er op wijzen dat men gelijk
heeft, dan ware eerder de wet, waarop de uitkeringen geregeld
worden aan de gemeenten, te wijzigen dan ons te annexeren. Is
de wet niet te wijzigen, dan is er zoals steeds, met ons tc
praten. Maar eerst cijfers en geen suggesties.
Voor onze eigen middenstand, mijnheer de Voorzitter, proteste
ren vrij tegen het feit dat G.S. in april 1968 aan U schreef
akkoord te kunnen gaan met het nieuwe winkelcentrum, terwijl
het herindelingsplan de toekomstige uitbreidingen in gevaar
zou kunnen brengen, waarmee dan de middenstand, die zich vol
vertrouwen in dit winkelcentrum zal vestigen, een minder roos
kleurige toekomst tegemoet zou gaan.
Wij kunnen door blijven gaan met protesteren. Nog een protest
moeten wij echter laten horen, en wel tegen de suggestie, dat
wij te klein zijn en bestuurskracht zouden missen. Heel duide
lijk staat in de Nota Bestuurlijke Organisatie, dat de Minister
hiervoor do bewijzen heeft te geven, alvorens dit te mogen han
teren als reden tot opheffing van een gemeente. Daarmee zouden
wij de zaak als afgedaan kunnen beschouwen. Dit bewijs is nooit
te leveren. Bij mijn overwegingen van dit punt, kwam ik echter
op enige gedachten, die ik U niet wil onthouden.