Ik werd hierbij geinspireerd door de woorden van de heer van der Werf fdie het minderheidsstandpunt van zijn V.V.D.-frak- tie in de Bredase Raac. weergaf» Deze conservatief denkende afgevaardigde merkte op, dat vroeger de bewoners van de steden anders waren dan die van dorpen» Ik wil de denigrerende om schrijvingen van ons voorgeslacht niet herhalen» Nu echter wa ren deze bewoners gelijk» Dit laatste nu, is nxet juistMen hoort vaak zeggen: "Natuurlijk zijn jullie tegen annexatie, uat zouden vrij ook zijn als we net als jullie in zo'n gezel lig- dorp vroonden"» Hieraan ligt de volgende misvatting ten grondslag» Men denkt dat vrij ons hier bij toeval hebben geves tigd cn vervolgens een beetje dronken van de zelfstandigheid, clie wij hier vonden, deze wensen te behouden» Dit is niet juisto Wij werden onpasselijk van de zelfstandigheid xn de grote stad en hebben dus gezocht naar een leefbaar milieu, dat we hier hebben gevonden» Dit geldt in direkte zxn voor de im port, maar in indirekte sin ook voor do autochtone bevolking» Zij zijn rechtstreekse nakomelingen van onze geestverwanten uit het vexdeden. Volgens de heer van der Werff zou een grote staci meer bestuurs kracht hebben» Dit klinkt een buitenstaander aannemelijk in c.e oren» De grote misvatting dat omvang sychroon toeneemt met kracht is laatst nog eens weer- lege bij de bokswedstrijd van deze eeuw» Als U echter rustig deze zaak overweegt komt U tot een tegen gestelde konklusie» De omvang van de stad waarin men leeft heeft totaal geen verband met de geestelijke kapaciteiten van de inwoners» Wel kan men stellen, dat men in een grote gemeenschap eerder een groot man aantreft dan in een kleine» Daarom moet Neder land ook zo lang wachten tot wij eens een de Gaulle of een Churchill, in ons midden aantreffen, anderzijds hebben wij wat minder kans een Hitier tegen het lijf te lopen» Dit doet niets af aan het foit dat het gemiddelde intelligentie-quotiënt zeer weinig zal afwijken tussen grote cn kleine gemaanschappon» Wij durven best wel eens een vergelijking aan met Breda» 'laar- om is onzo bestuurskracht nu groter? Wel, het kan niet anders, met dezelfde intelligentie gewapend, gaan wij kleinere pro blemen te lijf. Het is duidelijk dat wij geen pleidooi voeren voor gemeenten met 100 inwoners» Het is wel duidelijk, dat er een marge is, waarbinnen een omvang van een zich zelf bestu rende gemeente zich moet bevinden wil men van een juiste ver houding kunnen spreken van de omvang van de te behandelen pro blemen en cle kapaciteiten van do bestuurders. Zonder onvriendelijk te willen zijn tegen Breda, hebben wij toch sterk de indruk, dat onze omvang beter past, dan de hunne» Een reden temeer, om Breda niet to vergroten» Mag ik, mijnheer de Voorzitter, toch ook oen positief geluid laten horen» Dit geluid wil zijn, een hulde aan die raadslede? van Breda, die na tot de konklusie zijn gekomen, dat het ter tafel gebrachte plan oen slecht plan is, cle moed hebben kunne: opbrengen, openlijk voor hun mening uit te komen» Tenslotte, mijnheer de voorzitter, spreek ik de hoop uit, dat G» Sniet hetzelfde standpunt zullen gaan .innemen als destijd Pilatus ten opzichte van de Farizeeërs, toen hij de beruchte worden sprak: "Quod Scrips! Scrips!"wat ik heb geschreven heb ik geschreven» O - lo -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 28