- 2 -
W c c houder J S o PM. Ooir.cs zegt op de eerste vraag te willen
antwoordendat het gemeentebestuur zich niet raag bemoeien
raet de bestuurlijke gang van zaken bij de gemeente Breda» Xk
geloof, zo zegt hij, dat wij ons hiervan moeten onthouden,
zeker ook in het belang van de goede nabuurschap en de goede
verhoudingen, die vrij willen nastreven en altijd nagestreefd
hebben met onze grote buurgemeente. Ik vreet niet of het nog
voor do raadsleden van Breda interessant is op deze vraag in
te gaan, maar ik geloof niet, dat vrij ons op dit terrein
zouden mogen begeven, temeer daar wij ons nog altijd op het
standpunt stellen, dat een goede buur beter is dan een verre
vriend.
De heer P.R.H. van Mierlo zegt dat het misschien wel aardig
is om de raadsleden van Breda er op te attenderen.
Wcthouder J.S.P.I-iPonen zegt dat een raadslid van Breda aan
wezig is, zodat die er al op is geattendeerd. Wat Uw tweede
vraag betx^eft, zo zegt hij, ik neem van U als deskundige zonder
meer aan, dat hetgeen U hebt aangehaald zeker een punt is, dat
moe zou kunnen spreken. De moeilijkheid is, dat we dit punt
niet tijdig hebben onderkend. De raadsvergadering is immers
gesloten en alleen de notulen van de vergadering gaan naar Ge
deputeerde Staten. Maar als Uw opmerking morgen in de krant
staat, dan neem ik aan, dat deze het bevoegde gezag toch wel
bereikt, want hot is ons bekend, dat Gedeputeerde Staten over
een zoor serieus werkende knipseldienst beschikken en er kan
geen woord worden gezegd in een gemeente, dat van enig belang
is, of het wordt via dc knipseldienst onder de aandacht van
Gedeputeerde Staten gebracht. In ons rapport wordt overigens
door de socioloog Dr. Lambooij op bepaalde plaatsen hierop ook
gewezen. In het rapport wordt bijvoorbeeld gewezen op de nood
zaak, dat een herindelingsplan moet berusten op een regionaal
onderzoek voor een ontwikkelingsplan, waarbij niet alleen aan
stedebouwkundigemaar ook aan sociale, kulturele, ekonomische
en bestuurskundige faktoren aandacht moet worden besteed en die
niet kunnen worden afgedaan mot enkele algemene beschouwingen,
zoals in het Streekplan. In het streekplan worden n.l. zoals
ik in mijn betoog ook naar voren heb gebracht, uitsluitend cc
planologische aspekten bekeken cn wordt aan alle andere aspekten
voorbijgegaan. 3