- 3 - De Voorzitter zegt dankbaar te zijn voor deze motie. Burgemeester en wethouders zullen deze motie gaarne ter harte nemen, zo zegt hij» Ik mag aannemen, dat, nu U hebt gesproken namens beide frakties, de gehele raad erachter _u O t CC4. 'i-f o Wethouder J.S.P.M. Ooaexi zegt het heel plezierig te vin den, dat nu vanuit Breda alctie is gevoei'd om te komen tot een samenspraak met de raadsleden van Etten-Leur en Oos terhout» Op de eerste plaats blijkt hieruit, zo zegt hij, dat ook Breda het zeer grote nut inziet van het raads leden-overleg, dat in het verleden heeft bewezen zeer goed te werken» Ik kan me niet voorstellen, dat, waaneer de raadsleden van Etten-Leur en Oosterhout gewoon eens ver zocht wordt om met de raadsleden van Breda en de randge meenten aan tafel te gaan zitten, zij dat niet zouden doen, omdat het immers een volkomen vrijblijvende zaak is» Waarom zouden zij deze uitgestoken hand niet eens een keer aannemen, zodat ze ook eens andere standpunten kun nen horen dan die van hun college van burgemeester en wethouders» Dit hoeft helemaal niet in de weg te staan aan de gedachte, die de burgemeesters van Etten-Leur en Oos terhout in hun hoofd hebben ten aanzien van de gewestraad» Ik vrees dat het op een gegeven moment tot een prestige kwestie dreigt uit te lopen, vrat helemaal niet nodig is» De staatssecretaris van binnenlandse zaken zegt hierom trent in zijn bestuurlijke strulct uur schets"aan de hand van de ontwikkelingsplannen zal geleidelijk kunnen blijken, welke eisen de schaalvergroting stelt en xrelke taken het gewest wel en welke het niet aan zich behoort te trekken"» Ik geloof, dat men juist door middel van deze regio's kan bezien, welke taken aan het komende gewest moeten worden opgedragen» Ik kan me voorstellen, dat men door klein te beginnen veel sneller het grote bereikt, dan wanneer meteen met het totale gewest wordt begonnen, vrat overigens wel het einddoel zal moeten zijn» Hierna wordt met algemene stemmen besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 6Voorstel tot het verkopen van grond aan de heren W.H. Hurkx te Breda en J.F. de Moor te Valkenswaard. De heer S.J.M. Gerits zegtdat de heer de Moor er naar streeft nog dit jaar in Teteringen te kunnen vronenomdat hij zijn huidige woning aan het eind van het jaar moet verlaten» Nu is het stuk grond, dat aan de heer de Moor wordt verkocht, niet te bereiken, zo zegt hij, want de Langelaar is ter plaatse nog niet doorgetr-okken Wethouder J.S.P.M. Oomen zegtdat de heer de Moor daags tevoren op het spreekuur van de wethouders is geweest. Inderdaad bevindt de heer de Moor zich in de situatie, zo als door U geschetst, zo zegt hij. Wij als wethouders hebben hem nog geen definitieve toezegging kunnen doen, omdat daar niet het voltallig college aanirezig was, maar vrij hebben wel toegezegd dat wij zullen trachten alle mede werking te verlenen om zijn grond zo snel mogelijk be reikbaar te maken. 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 7