GEMEENTE
TETERINGEN
I
I I
-4-
Dacht mynheer de Commissaris de oud-burgemeester op korte
termijn nog te kunnen ondersteunen voor zijn verdere toekomst?
Ik dank U.
De voorzitterWensen nog andere heren het woord te voeren?
Aangezien zulks niet het geval blijkt te zijn, vraagt de voor
zitter aan de Commissaris der Koningin, of deze bereid is
tot beantwoording over te gaan.
De commissaris der Koningin: Ik dacht dat, als ik op de eerste
vraag van de heer Esser inga, ik dan tegelijkertijd ook reageer
op wat U, heer voorzitter, ten aanzien van het profiel hebt
gezegd. Voordat ik dat echter doe, zou ik gaarne op de tweede
vraag van de heer Esser willen ingaan. Ik heb na het heengaan
van de burgemeester geen brief meer ontvangen, ondertekend
door raadsleden over de burgemeester of zijn toekomst tot heden.
Ik heb wel toen een brief ontvangen, ondertekend door alle
raadsleden.
De voorzitter merkt hierbij op, dat de hier bedoelde brief namens
de raad was ondertekend door de beide voorzitters van de raads
fracties
De commissaris der Koningin: Dat is dus een brief, die U allen
kent. Van die petitie, die de oud-burgemeester op het ogenblik
voor zijn toekomst onder lading van de tweede pastor tracht te
formeren, weet ik niets. Ik laat in het midden, wat de inhoud
van die petitie zal zijn, en wat daar de bedoeling van zal zijn.
Ik heb er alle begrip voor, dat de heer Bloemen probeert een
functie te krijgen, die bij zijn karakter en zijn studie past en
waardoor hij voor zijn gezin ook op langere termijn het zelfver
trouwen en het zelfrespect kan handhaven. Mijnheer Bloemen heeft
uiteindelijk, zij het dan niet zonder dat er een voorgeschiedenis
was, zelf aan de Minister ontslag gevraagd en ik geloof, dat we
het daarbij moeten laten. We moeten daar verder helemaal niet
op terug komen. Ik was er erg dankbaar voor^dat Uw Raad de
burgemeester met ere uitgeleide heeft gedaan voor alles, wat
hij heeft gedaan met inzet van zijn krachten en zijn begaafdheid
daar de dank van de gemeente heeft mogen ontvangen. Dat hij, ge
let op de voorgeschiedenis, zijn ontslag gevraagd heeft, kan ik
alleen maar respecteren. Ik geloof als we het zo doen, we ons
het beste tegenover de man opstellen en als ieder van ons op
zijn manier, waar hij helpen kan, de man helpt, om een nieuwe
goede bezigheid te vinden, hij is nog veel te jong om niets te
doen, dan kan ik dat alleen maar waarderen. Ik zal, wat mij be
treft, ook helpen waar ik helpen kan. Ik heb er geen enkele
behoefte aan om die man zwart te maken. Ik vind het zielig, dat
hij op deze leeftijd zijn functie heeft moeten verlaten. Laten we
proberen om hem te helpen. Dat zou ik daarover willen zeggen.
Maar nu de eerste vraag; die heeft de heer Esser wel wat con
creter gemaakt dan uw voorzitter het in zijn abstracte profiel
schildering het voor mij wel wat gemakkelijker deed. Maar laat ik
beginnen met te zeggen, dat ik de sollicitanteh op dit moment
nog niet gezien heb. De sollicitatiebrieven zijn binnen, het
zijn er het gebruikelijke aantal, in ieder geval meer dan dertig;
uit deze sollicitanten zal dus de beste naar voren moeten ko
men. Daar moet ik dan een steentje toe bijdragen en dat doe ik
op de gebruikelijke wijze. En nu wil ik wel eens vertuien, want
NMMMMVWNMMNP