GEMEENTE
TETERINGEN
MSiiiiMi
dat
we
-5-
het is voor U misschien toch goed, dat U dat ook weethoe de
procedure verloopt. De sollicitatiebrieven zijn gericht aan de
Koningin. Zij komen bij my binnen of bij het Kabinet van de Konin
gin, die dan via de Minister aan mij worden doorgezonden. Alle
brieven komen dus by mij op tafel. Als ze by mij binnen zijn, ga
ik informaties inwinnen over degenen, die gesolliciteerd hebben.
Dat doe ik bij de burgemeester van de woonplaats, bij de Commissaris
van de provincie, waar sollicitanten wonen en werken, eventueel
nog bij derden, als betrokkene daar zelf op wyst of er aanleiding
voor is of ik daar aanleiding voor heb. Als al die informaties
verzameld zijn, dan roep ik bij my op degenen, die ik nog niet
ken, die ik bij andere bezoeken nog niet gehad heb of waarvan ik
meen, dat ze tovh nog een keer bij my voor een gesprek moeten
komen. Dan ontvang ik dus die mensen. Dat kost natuurlijk veel
tijd, maar ik heb met al die heren individueel een gesprek.Daar
mee krijg ik een indruk van die mensen. Datzelfde gesprek heeft
ook nog de chef van mijn kabinet, die natuurlijk door zijn jaren
lange ervaring een bepaalde routine heeft om te weten, wat hij
moet vragen en wat er nog aan aanvullende gegevens nodig is.
Dan worden door mij die verschillende gegevens vergeleken en dan
probeer ik tot een voorlopige uitschifting van die sollicitaties
te komen. Het draait er dan op uit, dat ik als regel een aanbe
veling van een drietal personen aan mijn Minister zend, de Minister
van Binnenlandse Zaken,deze ontvangt dan deze drie en eventueel
ook nog andere sollicitanten, want ik zend natuurlijk alle solli
citatiebrieven in. Daarna wordt de man, die uitgezocht wordt,
onderworpen aan een geneeskundig onderzoek, als daar aanleiding
voor is, waarna de voordracht van de Minister naar de Koningin
gaat, die al dan niet na ruggespraak met de Minister de man in
kwestie benoemt. Dit is de normale gang van zaken. U behoeft zich
niet ongerust te maken dat ik al weet, wie het wordt en dat ik
derhalve geen rekening meer kan houden met uw profiel. Dat kan
ik dus wel, tenminste voor zover die gelegen zyn binnen de mo
gelijkheden van de gegeven sollicitantenreeks. Ik heb mij heilig
voorgenomen, toen ik Commissaris werd, en dat wilde ik ook het
laatste jaar blijven doen, om iedere keer diegene te nemen, die
naar eer en geweten volgens mij de beste was. Ik ben niet bereid
om voor welke andere zaak ook opzij te gaan. Dat zeg ik maar heel
duidelijk. En ik geloof dat, als U op mijn stoel zat, U het ook zo
zou doen en dat hoop ik ook. Ik dacht, dat je elkaar dan het
best kunt respecteren. Ik zeg er ook by, dat ik mij natuurlijk kan
vergissen. Ik heb mij in de loop van die 12-& jaar ook wel eens
vergist, maar dan ben ik niet alleen fout geweest, want dan zijn
er nog anderen, mijn adviseurs, de betrokkenen, die inlichtingen
hebben verstrekt, de Minister met zijn adviseurs, die volgen dan
allen dat scheve pad. Dat gebeurt met menselijke benoemingen.
Ik geloof, als de Raad hem zelf zou mogen kiezen, dat dit ook
wel voorkomt. U zult wel raadsbenoemingen kennen van dichtbij,
denk ik, die fout geweest zijn. Er is niets moeilijker te beoor
delen, maar dat vind ik ook het mooie ervan, dan de mens. Omdat
die mens zo gecompliceerd isnog veel gecompliceerder dan zijn
lichaam is zijn geest. Daar moet je dus proberen doorheen te kij
ken. Alleen de Lieve Heer kan dat perfect wij doen dat maar heel
onvolmaakt. Verder moet ik zeggen, voorzitter, dat Uw abstracte
profielbeschrijving een heel stuk overeenkomst met wat ik zelf ook
als ideaal voor een burgemeester zie. Ik moet er in zoverre nog
een modulatie aan toevoegen, en dan kom ik ook weer in het straatje
■M V