A
6
De heer S. J.Ih Gerits zegt dat de raad naar aanleiding van
do xn"uTnac!.~c~~vTn~27 op 20 december 1971 aangerichte slach
ting onder de schapen van de heer Rijvers van de gedupeerde
een schrijven heeft ontvangen. Hieruit moet worden gekon-
kludeei~d, zo zegt hij, dat ondanks Uw in de vorige vergade
ring gegeven resumé van het onderzoek de betrokkene nog
niet de mening is toegedaan, dat tijdig al het mogelijke is
gedaan om de eigenaar van de hond te achterhalen. Het komt
ons voor, dat, om een blijvend gevoel van onbehagen te voor
komen, alles in het werk moet worden gesteld om elke twijfel
op te heffenIk zou U, meneer de voorzitter, willen ver
zoeken er in te willen toestemmen, dat er een kommissie uit
de Raad wordt benoemd, die onder voorzitterschap van het
hoofd van politie deze affaire nogmaals doorneemtHet staat
U natuurlijk volkomen vrij de leden van deze kommissie te
benoemen. V/ij kunnen U in ieder geval een kommissie aanbe
velen
De Voorzitter zegt het voorstel graag te xvillen overnemen,
als dit een oplossing kan zijn om alle misverstanden uit de
weg te ruimen.
De heer S.J.M. Gerits zegt dat de kommissie zou kunnen wor
den gevormd door de heren J.Ii. de Jong, E. J. Schreine-
machers en hemzelf.
De Voorzitter zegt daarmee akkoord te kunnen gaan. Ik wil
daarmee niet zeggen, zo stelt hij, dat ik iets wil terug
nemen van wat ik gezegd heb. Ik houd de indruk dat datgene
wat ik gezegd heb, juist is. Het is dus alleen bedoeld om
de politie van een blaam te zuiveren die deze niet verdient.
Ik heb de heer l'Abee, speurhondengeleider uit Gilze-Rijen
zelf nog opgebeld. Ik heb toen te horen gekregen, dat een
hond kans ziet zich zodanig te zuiveren van bloed en lucht,
dat het voor een andere hond niet mogelijk is hem cp te
sporen
Verder wilde ik, zo zegt de voorzitter, nog antwoorden op
een vraag van de vorige vergadering. De heer Gerits heeft
toen gevraagd hoe het stond met het pand voor de ABN. Ik
kan U vertellen, dat de ABN heeft meegedeeld het pand voor
1 april a.s. te openen.
De heer S.J.M. Gerits zegt, dat wethouder van der Veereen in
de vorige vergadering heeft beloofd het werkplan vooi de
bossen aan de Raad voor te leggen.
Wethouder A.A. van der Veeken zegt gemerkt te hebben dat
het stuk inderdaad niet ter inzage heeft gelegen. Aangezien
U echter de raadsstukken al had ingezien, zo zegt hij,
voelde ik er geen behoefte meer aan om het stuk er bij te
leggen.
De Voorzitter zegt, dat het stuk eerst nog eens door burge
meester en wethouders wordt besproken.
15 Sluiting.
De Voorzitter sluit de vergadering met het uitspreken van
het sluitingsgebed.
DC/HL.