GEMEENTE TETERINGEN Raadsvergadering d.d, 1 februari 1972.Agendanr. 10 Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling (ar tikel 101, lid 5, van de Lager-onderwijswet 1920) en van het voorschot (artikel 103 lid 5» van de Lager-onderwi jsvfet 1920). Teteringen, 26 januari 1972. Aan de Raad, Ingevolge het 5e lid van artikel 101 van de Lager-onderwijs wet 1920 moet Uw Raad voor 1 maart van elk jaar het bedrag be palen, dat aan de bijzondere scholen voor gewoon lager onder wijs per leerling als vergoeding beschikbaar wordt gesteld in de exploitatiekosten van de scholen, met uitzondering van de salarissen van het onderwijzend personeel. Bij raadsbesluit van 2 februari 1971 werd dit bedrag voor 1971 vastgesteld op l60,-- per leerling. liet bestuur van de Stichting katholiek onderwijs in de paro chie van de H. Willibrordus heeft met overlegging van de begro ting 1972 van de drie scholen voor gewoon lager onderwijs ver zocht het bedrag per leerling te bepalen op l80,-~, inklu- sief de kosten van het gymnastiekonderwijs. De heer Inspekteur van het Lager onderwijs in de inspektie Breda heeft desgevraagd geadviseerd het bedrag per leerling, rekening houdend met een lager geraamde post voor leer- en hulpmiddelen 29°000,-- i.p.v. 3^°000,--), voor 1972 te bepalen op 173Het Diocesaan Onderwijs Centrum te Breda heeft ons desgevraagd medegedeeld een bedrag van 175,-- voor onze gemeente redelijk te vinden. In omliggende gemeenten zijn inmiddels de volgende bedragen vastgest eld: a. Baarle-Nassau: 171,--; b. Breda: 1^9,00, exklusief gymnastiekonderwijs en tuin onderhoud;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 29