- 13 - Ik betreur ten zeerste, dat er mensen zijn, die menen, dat de bijdrage-aktie voor het gemeenschapshuis van het ge meentebestuur uitgaat. Wij vinden het uiteraard wel pret tig als het geld, dat nodig is, op tafel komt, want lukt dit niet, dan zal ook het ministerie geen bijdrage verle nen. Het ministerie vindt namelijk, dat het idee van het gemeenschapshuis in de gemeente moet leven en dat het de gemeentenaren zelf ook wat waard moet zijn. Ik ben het met de heer Gerits eens, dat het raadsledenkon- takt zeer vruchtbaar is geweest in verband met de annexa tiekwestie. Op korte termijn zullen stappen worden onder nomen om dit overleg te kontinueren, dat enige tijd heeft stilgestaan in verband met de behandeling van de diverse gemeentebegrotingen. Ik ben blij met Uw positieve reakties over de regioraad. In het kontakt tussen de wethouders van sociale zaken in de regio Breda is in de laatste maanden uitvoerig gesproken over de regionalisatie van de gemeente lijke gezondheidszorg. De wethouder van sociale zaken en volksgezondheid van Breda heeft hiervan in samenwerking met de GG en GD reeds uitvoerig studie gemaakt. Het re sultaat zal ongetwijfeld zijn, dat vele gemeenten geïnte resseerd zullen worden. Het lijkt mij het prettigst als deze zaak verder in de regioraad gestalte kan krijgen, waarmee ik niet wil afdoen aan het voorbereidend werk van het wethouderskontaktUiteraard zitten de gemeente met diverse gemeenschappelijke regelingen. Ons standpunt is, dat wij eigenlijk niet thuishoren bij de schoolartsendienst van Oosterhout, maar bij die van Breda. Wij hebben dit al een keer laten doorschemeren, meer positieve uitspraken verwacht ik binnenkort. Er zal wel een afloopregeling moe ten komen, aangezien een dergelijke gemeenschappelijke re geling, gezien de financiële konsekwentiesniet van de ene op de andere dag kan worden opgezegd. Naar het geringe animo voor de bejaardenwoningen is geen onderzoek ingesteld. De oorzaken er van zijn ons bij bena dering wel bekend, vandaar dat wij er ons niet te ver in hebben verdiept. Een oude boom laat zich nu eenmaal moei lijk verplanten. Op de tweede plaats is de situatie zo, dat in onze gemeente bijna elke bejaarde een eigen woning heeft en dus met erg lage lasten te maken heeft. Tegen de in hun ogen hoge huur wordt dan opgezien. Wij menen de be jaarden o.m. op het enquêteformulier voldoende te hebben geïnformeerd over de mogelijkheden, die er zijn, wanneer de hoogte van de huur bezwaarlijk is, zodat uitdrukkelijk tot uiting is gekomen, dat het inkomen geen bezwaar hoefde te zijn om een bejaardenwoning te huren. Ik verwacht overigens dat er bejaarden zullen zijn, die nu geen gebruik maken van de bejaardenwoningen, maar over een paar jaar mopperen, dat de woningen aan vreemden zijn verhuurd. Ten aanzien van het toewijzingsbeleid kan ik U meedelen, dat wij het standpunt innemen, dat overblijvende bejaarden woningen op de eerste plaats Trorden toegewezen aan bejaar den, die met Teteringse inwoners een relatie hebben. We denken dan dus aan ouders of schoonouders van inwoners. Mocht dan iedere bejaardenwoning nog niet bezet zijn, dan zal er naar eer en geweten een keus moeten worden gemaakt uit de vele aanvragen, die ons hebben bereikt. -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 84