l4o Rondvraag»
De heer S. J.I'i. Gerits zegt in de krant van 11 januari
gelezen te hebben, dat de burgemeester ontdaan was» Ik kan
met U meevoelen, zo zegt hij, wart ik begrijp ei" ook niets
van. Ik zou U willen vragen of U al nadere informatie hebt
ontvangen, zo niet, wat bent U ran plan te doen, want ik
vind het maar een rare geschiedenis.
De Voorzitter zegt inderdaad ontdaan geweest te zijn. V/ij
weten alleen, zo zegt hij, dat feteringen integraal blijft
bestaan. Bebouwing in de Lage Vugt is in strijd met het
Streekplan en het bestemmingsplan. Het is heel merkwaardig,
dat dergelijke kaarten in Breda in omloop zijn. Ik heb
hierover vanmorgen kontakt opgenomen met de burgemeester
van Breda. Die heeft me toegezegd, dat hij het vanmiddag
in de vergadering van burgemeester en wethouders zou bespre
ken. Om kwart over vijf heb ik nog kontakt met het stad
huis gehad. Burgemeester en wethouders van Breda waren toen
nog in vergadering en ik heb de heer Merlcx daarna niet meer
gesproken. Er is me toegezegd, dat we hierover nadere in
lichtingen zouden ontvangen.
Wethouder J.S.P.M. Oonien zegt het een zeer vreemde situatie
te vinden. Ilc vlei me echter met de gedachte, zo zegt hij,
dat men tekeningen uit de kast heeft gehaald uit de tijd,
dat het herindelingsplan nog niet van de baan was. Wanneer
Ir. van Beusekom zegt dat het slechts een hypothese is, dan
vind ik het toch wel een brutale, om zonder voorkennis van
onze gemeente alvast maar een plan te maken. Ik kan me
niet voorstellen dat men er in Breda waardering voor zou
hebben als wij ons gemeenschapshuis in de Hoge Vugt zouden
pro jekt eren. Hen zou er misschien T\Tei blij mee zijn, maar
men zou zich toch wTel afvragen of dit nu allemaal zo inaar
kan
Daarnaast vind ik het, nu de regioraad in vol vertrouv/en
in elkaar is gaan werken, erg vreemd, dat dit nxi zo in de
krant komt, want als er ergens over deze zaak gesproken
zou moeten worden, dan zou dat in regionaal verband moeten
zijn, maar wij zouden van dergelijke zaken toch geen ken
nis moeten nemen via de pers. Zoals de voorzitter al ge
zegd heeft is bebouwing in de Lage Vugt geheel in strijd
met de gedachtengang van de provinciale planologische
dienst, want wij hebben nog maar enkele dagen geleden een
eerste reaktie ontvangen op onze struktuurschetswaarin
o.m. stond, dat wij er op moesten toezien de groene strook
tussen Breda en Te ter in gen zo breed, mogelijk te houden en
dat een dergelijke struktuurschets in de toekomst in regio
naal verband zou moeten worden bezien. Dit is hier kenne
lijk niet gebeurd. En als men zegt, dat dit een afronding
zou moeten zijn van de Hoge Vugt, dan vraag ik me af, of
daaraan nog wel behoefte bestaat. Ik dacht dat de Hoge
Vugt al ver genoeg was opgedrongen. Wij zien verder de be
richten van burgemeester en wethouders van Breda met be
langstelling tegemoet.
6 -