A
y GEMEENTE 1 lp TETERINGEN
De Raad van de gemeente TETERINGEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
22 februari 1972;
Gelet op artikel 171 van de gemeentewet
BESLUIT
aan de Stichting Gemeenschapshuis Teteringen te Teteringen,
hierna te noemen "erfpachter", in erfpacht uit te geven
een perceel grond, gelegen aan de Hameldonk te Teteringen,
kadastraal bekend als gemeente Teteringen, sectie B nr.
2002, ter grootte van ongeveer 2280 m2zoals nader in blau
we kleur is aangegeven op de aan dit besluit gehechte
situatietekening en zulks onder de navolgende voorwaarden
en bepalingen:
1. Het erfpachtsrecht wordt verleend voor een tijdvak
van vijftig achtereenvolgende jaren en zal ingaan op
de datum van de uit dit besluit voortvloeiende akte;
2c De canon bedraagt 10,-- (tien gulden) per jaar, te
voldoen jaarlijks op 11 november, voor de eerste maal
op 11 november 1972;
3- Verschil tussen de werkelijke en de hiervoor opgegeven
grootte van het in erfpacht uit te geven onroerend goed
zal geen aanleiding geven tot wijziging van de canon.
4. De canon blijft steeds voor een periode van vijf jaar
onveranderlijk en kan voor de eerste keer na een periode
van vijf jaar na de sub 1 genoemde datum worden her
zien
5. De partij die deze herziening wenst zal daarvan aan de
andere partij kennis geven tenminste drie maanden voor
het einde van elke vijf-jarige periode.
6Wanneer over de herziening van het bedrag van de canon
geen overeenstemming wordt bereikt, dan geschiedt de
vaststelling door een kommissie van personen, van wie
binnen twee maanden na het verstrijken van de sub 5
genoemde termijn van drie maanden een door elk der par
tijen wordt benoemd en de derde door de twee aldus
benoemden wordt aangewezen.
7- Bij niet-benoeming binnen de gestelde termijn van een
persoon als bedoeld bij sub 6, zal deze op verzoek
van de meest gerede partij worden aangewezen door de
kantonrechter te Breda? wanneer de benoemde personen
niet tot overeenstemming komen omtrent de aanwijzing
van een derde persoon, zal deze laatste eveneens wor
den benoemd door de kantonrechter.
8. Alle kosten, die aan de instelling en de werkzaamheden
van de sub 6 bedoelde kommissie zijn verbonden, zullen
door partijen ieder voor de helft worden gedragen.
-2-