2.
9. Dc canon moet worden voldaan zonder enige korting of
kompensatie
10. Het onroerend goed wordt in erfpacht uitgegeven in de
staat, waarin het zich bij het verlijden van de erf
pachtsakte bevindt, vrij van hypothecaire inschrij
vingen en van beslagen, doch overigens met alle daar
aan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden,
rechten en lasten.
11. Alle lasten en belastingen op het in erfrecht uit te
geven onroerend goed drukkende, komen voor rekening
van de erfpachter vanaf de sub 1 genoemde datum.
12. Het in erfpacht uit te geven onroerend goed zal uit
sluitend gebruikt worden voor de bouw en exploitatie
van een gemeenschapshuis de bouw moet binnen twee
jaar na de sub 1 genoemde datum zijn voltooid.
13- De erfpachter is verplicht het sub 12 bedoelde ge
meenschapshuis ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders behoorlijk te onderhouden en daaraan alle
nodige herstellingen te verrichten.
l4. De erfpachter is verplicht de opstallen tegen brand- en
stormschade te verzekeren en verzekerd te houden en
-ingeval van schade- ten belope van de uit te keren
assurantiepenningen te herbouwen of te herstellen.
15» Het is de erfpachter verboden de bestemming van het on
roerend goed te veranderen, alsmede de opstallen ge
heel of gedeeltelijk te slopen.
16. De erfpachter moet gedogen, dat in, op of boven de
grond zodanige leidingen, palen, kabels, draden en
dergelijke worden aangebracht als Burgemeester en Wet
houders in verband met enige nutsvoorziening zullen
nodig achten.
17» De erfpachter is verplicht Burgemeester en Wethouders
of de door dezen aangewezen personen te allen tijde
vrije toegang tot het perceel en de daarop gestichte
opstallen te verlenen, dit laatste voorzover zulks door
Burgemeester en Wethouders nodig wordt geoordeeld voor
het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit
besluit
l8. Het recht van erfpacht sluit het recht van opstal in,
zodat de erfpachter voor de duur van zijn recht eige
naar wordt van de op te richten opstallen.
19- Zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en
Wethouders mag de erfpachter zijn e-rfpachtsrecht niet
splitsen of vervreemden of de opgerichte opstallen
vervreemden of met zakelijke rechten bezwaren. Bij het
geven van die toestemming kunnen door Burgemeester en
Wethouders voorwaarden worden gesteld.
20. De Raad heeft de bevoegdheid het erfpachtsrecht te
beeindigen
a. bij niet- of niet volledige nakoming van een
of meerdere bepalingen van dit besluit;
b. indien de exploitatie of het gebruik van het sub
12 bedoelde gemeenschapshuis naar het oordeel
van de Raad in strijd is met de openbare orde
of de goede zeden;
c. indien een hypotheekhouder of beslaglegger, die
tot uitoefening van de hem toekomende rechten over
gaat, daarbij niet aan de koper ter nakoming op
legt de verplichtingen, welke krachtens dit be
sluit op de erfpachter rusten;
-3-