20. d. Indien de erfpachter in staat van faillisement
wordt verklaard.
21. Voordat een besluit tot beëindiging van het erf-
pachtsrecht op een sub 20 genoemde grond wordt
genomen, wordt de erfpachter in de gelegenheid
gesteld om de oorzaak van het voornemen tot be
ëindiging van het erfpachtsrecht binnen een door
Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn van
ten hoogste zes maanden weg te nemen.
22. In het door de Raad vast te stellen besluit tot be
ëindiging van het c-rfpachtsrecht wordt de dag be
paald, waarop de beëindiging zal ingaan en het per
ceel met opstallen en de overigens aangebrachte
voorzieningen ter vrije beschikking van de gemeente
moet zijn gesteld; het vastgestelde besluit wordt
binnen acht dagen na dagtekening ter kennis van de
erfpachter gebracht de gestichte opstallen en
overigens aangebrachte voorzieningen worden alsdan
eigendom van de gemeente, zonder dat de erfpachter
enige vergoeding van waarde kan vorderen; de ge
meente is bevoegd van de in deze bepaling bedoelde
beëindiging te doen blijken in de openbare regis
ters, onder verwijzing naar het vastgestelde raads
besluit en de aan de erfpachter gedane kennisgeving.
23» De gemeente verkrijgt na afloop van het sub 1 genoem
de tijdvak de volle en vrije eigendom van de grond
en de zich daarop bevindende opstallen en overigens
getroffen voorzieningen, zonder dat de erfpachter
enigerlei vergoeding van de waarde kan vorderen; de
erfpachter is alsdan niet bevoegd de door hem ge
stichte opstallen en aangebrachte voorzieningen
- ook al mochten deze zijn gesticht of aangebracht
zonder dat de erfpachter daartoe gehouden is- weg
te nemen, tenzij met toestemming van Burgemeester en
Wethouders en alsdan onder gehoudenheid om de schade
te vergoeden, die door dat wegnemen aan de grond
mocht zijn veroorzaakt.
24. In het laatste erfpachtsjaar treedt de gemeente
- na een daartoe door de erfpachter ingediend ver-
zoek- met hem in overleg omtrent de verlenging
van het erfpachtrecht en omtrent de voorwaarden,
waaronder die verlenging zal geschieden.
25= De erfpachter is in gebreke door het enkele feit
van overtreding of niet -of niet volledige nakoming
van een of meerdere bepalingen van dit besluit.
26. Van alle door Burgemeester en Wethouders op grond
van de bepalingen van dit besluit te nemen beslis
singen staat voor de erfpachter beroep open op de
Raad.
27. Het verlijden van de akte van uitgifte in erfpacht
moet geschieden ten overstaan van een door Burgemees
ter en Wethouders aan te wijzen notaris.
_4-