GEMEENTE
i.a.^ft dhr. A.v.d.Enden
f /*Insp. v.d. Volkshuisvesting
B2W.T.
G.B.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE TETERINGEN;
overwegende, dat ten aanzien van de woning Oosterhoutse-
weg 30 te Teteringen de navolgende gebreken en tekort
komingen zijn gekonstateerd:
a. de binnen- en buitenmuren zijn zeer vochtig;
b. de houten beganegrondvloeren zijn slecht;
Co het houtwerk van ramen, deuren en kozijnen is slecht;
d. de trap is smal en steil;
e. de zoldervloer is slecht en aangetast door houtworm;
f. het dakbeschot is slecht;
g. de dakbedekking is slecht;
h. de schoorsteen vertoont roetvocht en is buitendaks
slecht
i. het privaat is buiten de woning gelegen;
j. de toetreding van licht en lucht in de vertrekken is
onvoldoende
k. de vluchtgelegenheid bij brand is voor de twee slaap
kamers op de zolder onvoldoende;
dat de woning op grond van de hierboven vermelde gebreken
en tekortkomingen ongeschikt ter bewoning is te achten en
het aanbrengen van verbeteringen ekonomisch niet verantwoord
is te acht en
gezien de brief d.d. 24 februari 1972, nr. 0224740, van
de Inspekteur van de Volkshuisvesting in de provincie Noord-
Brabant, waarin tot onbewoonbaarverklaring wordt geadvi
seerd;
gelet op artikel 33 van de Woningwet;
BESLUIT:
1. de woning Oosterhoutseweg 30 te Teteringen, staande op
het perceel kadastraal bekend als gemeente Teteringen,
sektie B nr. 1110, onbewoonbaar te verklaren;
- 2 -