De door het Rijk ingevorderde heffingen zullen worden besteed voor de kosten van maatregelen ter bestrijding van de veront reiniging, o-a» in de vorm van uitkeringen in de stichtings- kosten van zuiveringswerkenDe hoogte van het voor 1971 be paalde bedrag van de rijksheffing is bedoeld als aanloopbedrag. Om de bestrijding van de verontreiniging van de r i jlcswat er en op bevredigende wijze te kunnen voortzetten zal een verhoging van de heffingsbedragen in de komende jaren noodzakelijk zijn» In verband hiermee is de heffing voor 1972 op 5»-- P®r i°e» gebracht De gemeenten vormen - althans tot dusver - als beheerders van daartoe bestemde werken (gemeenteriolen, afvoerleidingende belangrijkste groep van heffingsplichtigen voor het Rijk» Onze gemeente loost het afvalwater via het rioleringsstelsel van Breda op het Hollands Diep, Indien gemeenten het afvalwater ongezuiverd lozen - zoals in Breda het geval is - bestaat de mogelijkheid aan de Minister te verzoeken dat de industriële lozers (daaronder begrepen bedrijven, ziekenhuizen, instituten, nensions, e.d. met 20 i»e» of meer) rechtstreeks door het Rijk in do heffing worden aangeslagen» Aangezien in onze gemeente slechts een handvol van deze lozers zijn, hebben wij bij de aangifte voor 1971 meegedeeld hiervan geen gebruik te maken» De rijksheffing is voor het eerst ingegaan op 1 januari 1971» De heffing zal jaarlijks worden bepaald aan de hand van een door de gemeente gedane aangifte» De voorlopige heffing voor 1971, die onze gemeente is opgelegd, beloopt een bedrag van 5600voor 1972 l4»000,--» Het ligt in de bedoeling, dat het beheer over het lozingswerk Hollands Diep wordt overgedragen aan het inmiddels funktione- rer.de Waterschap West-Brabant» Zodra deze overname een feit is (vermoedelijk in 1974) zal niet de gemeente worden aangeslagen, maar zullen de gebruikers van woonruimten, die aangesloten zijn on de riolering van onze gemeente, rechtstreeks door het water schap worden belast»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 20