-2-
af te geven,omdat:
1= zij de realisering van een niet-agrarische bedrijfsvestiging
op een willekeurige plaats in het landelijk gebied uit stede
bouwkundig oogpunt nidt aanvaardbaar achten;
2. het bouwplan voorts gesitueerd is in een landschappelijk waar
devol gebied;
3 o de verkeerstechnische bezwaren tegen de voorgenomen vestiging
niet zullen zijn weggenomen, indien slechts gebruik wordt
gemaakt van een uitwe.g op de Hei straat.
Bij gebreke van een verklaring van geen bezwaar hebben wij op
16 juni 1972 moeten besluiten de gevraagde bouwvergunning te
weigeren wegens strijd met bovenomschreven voorschriften van
het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 1966". Een afschrift van
dit besluit werd de heer Vrakking op 11 juli 1972 toegezonden.
Op 14 augustus 1972 ontvingen wij van de heer Vrakking een ver-
zoek, gedateerd 10 augustus 1972, om voorziening tegen de
weigering van de bouwvergunningHet verzoek kan ontvankelijk
worden geacht.
In het verzoek deelt de heer Vrakking mee zich met ons besluit
niet te kunnen verenigen. In het stuk, dat in het raadsdossier
ter inzage ligt, zet de heer Vrakking vervolgens gedetailleerd
uiteen het niet eens te zijn met de motivering op grond waarvan
Gedeputeerde Staten hebben besloten de gevraagde verklaring van
geen bezwaar niet af te geven.
In artikel 48 van de Woningwet is o.m. bepaald dat de bouwver
gunning alleen mag en moet worden geweigerd, indien het bouw-
x/erk in strijd is met een bestemmingsplan of de krachtens zo
danig plan gestelde eisen. Ons besluit tot weigering van de door
de heer Vrakking gevraagde bouwvergunning is dan ook juridisch
terecht genomen.
Ook Uw Raad rest geen andere beslissing dan het verzoek om
voorziening ongegrond te verklaren. Wij stellen U voor daartoe
-3-