-7-
niets anders kan gebeuren, toch nog wel wat bezwaren zijn,
o.a. tegen de argumenten van Gedeputeerde Staten, die de
verklaring van geen bezwaar niet wensen af te geven. Gede
puteerde Staten zeggen, dat een niet-agrarische vestiging
in een agrarisch gebied niet verantwoord is. Voor ieder van
ons, die er ter plaatse is gaan kijk.en,is het duidelijk, dat
men er in vorige jaren anders over heeft gedacht, Er zijn
daar namelijk al niet-agrarische vestigingen. Het is mogelijk
dat men geredeneerd heeft: beter ten halve gekeerd dan ten
hele gedwaald. Die konklusie wordt wel enigszins aanvecht
baar als vre bedenken, dat in hetzelfde gebied niet dezelfde
gedragsregel is gevolgd. Voor een bouwplan vlak in de omgeving
is wel een verklaring van geen bezwaar afgegeven. Die situa
tie heeft mij aan het denken gezet. Het moet voor de buiten
staander en zeker voor degene die reklameert, toch verwar
ring geven. Ik vind het zelfs niet ondenkbaar, dat men het
gevoel krijgt dat er met twee maten wordt gemeten. Ik wil
nadrukkelijk stellen, dat het mij niet om de personen gaat,
het gaat mij alleen om de ingewikkelde situatie, die ik kon-
stat eer. Ik betreur het dat Uw verzoek aan Gedeputeerde Staten
om afgifte van een verklaring van geen bezwaar in het ene
geval wel en in het andere geval niet is gehonoreerd, terwijl
Uw verzoek toch op deugdelijke gronden steunde. Voor de toe
komst rijst zelfs de vraag, welke konsekwenties hier nu aan
te verbinden zijn. Op den duur zal er in het gebied een nieuw
bestemmingsplan komen met nieuwe regels en voorschriften.
Ik meen dat er ooit sprake is geweest van de mogelijkheid om
in het gebied kleine industrie te vestigen. Ik zou me kunnen
voorstellen, dat als het nieuwe bestemmingsplan definitief
is en door allerlei instanties is goedgekeurd, in een later
stadium deze bom/vergunning wel zou kunnen worden verleend,
omdat dan geen verklaring van geen bezwaar meer noodzakelijk
is. Ik vraag me dan af, wat Gedeputeerde Staten verder in
zo'n geval doen; of ze het nieuwe bestemmingsplan slechts
zullen goedkeuren, als het geheel met hun zienswijze overeen
stemt, Als het die richting uit zou gaan, dan vind ik dat een
ongezonde zaak. Ik vind dat er dan helemaal geen sprake meer
is van inspraak. Daar komt in ieder geval niet veel van te
recht. Er is dan niet alleen geen inspraak voor de burger,
- voor die inspraak van de burger onderschrijf ik Uw eerder
gegeven verklaring dat die vergezeld moet zijn van inzicht -,
evenmin zal er inspraak zijn voor hen, die door de burgers
zijn gekozen. Alles bij elkaar ziet het er onderhand uit als
een stemverklaring; dat is het dan ook enigszins. Ik wil ten
slotte mijn stem wel aan het voorstel geven, alleen omdat,
zoals in het voorstel wordt gesteld, ons niets anders rest
te do en
De Voorzitter zegt dat het ongenoegen, dat de heer Oomen uit
spreekt, natuurlijk ojj dezelfde manier leeft bij het college
van burgemeester en wethouders. Er zijn twee gevallen door
burgemeester en wethouders aan Gedeputeerde Staten voorge
dragen, zo zegt hij, om daaraan een verklaring van geen be
zwaar te verbindenmaar Gedeputeerde Staten hebben tegen
het ene plan "ja" gezegd en tegen het andere "nee". Daar
-8-