«El
iEEIMTI
VER SLAG
van het vragenhalfuur na de openbare ver
gadering van de Raad op donderdag
ik september 1972.
Mevrouw H. Puister-Hendriks zegt een suggestie te willen doen in
verband met de vuilophaaldienst. Ik heb van de week drie emmers
buitengezet, zo zegt zij, plus een zak met tuinvuilo.a. rozen
struiken en het is niet zo eenvoudig om die ergens in te doen,
plus een doosje met kranten. Die werden niet meegenomen. Ik kan
heel goed begrijpen, dat U financieel met de reinigingsdienst in
het reine wilt komen, maar ik pers niet graag vijf vuilnisemmers
in mijn garage, er staan er al drie. Nu is mijn idee, kan ik niet
voor vijf emmers betalen en er af en toe een doosje naast zetten.
Loco-burftemeester J. Oomen zegt dat aan die mogelijkheid is ge
dacht, Men krijgt dan een administratieve rompslomp, zo zegt hij,
van wie wel voor vijf emmers heeft betaald en er een doosje bij
mag zetten en wie niet.
Mevrouw H. Puister-Hendriks zegt, dat dit voor iedereen zou moe
ten gelden.
Loco-burgemeester J„ Oomen zegt dat zulks natuurlijk niet terecht
is. Een bejaarde, die misschien maar één emmer nodig heeft, zo
zegt hijdie kan men niet hetzelfde laten betalen voor het op
halen van huisvuil als iemand met een tuin van 1500 m2waar
een enorme hoeveelheid vuil uit komt. Uiteindelijk is het toch
redelijk, dat er een relatie bestaat tussen de hoeveelheid vuil,
die men aanvoert en het bedrag, dat men er voor moet betalen.
Daar zit de moeilijkheid.
Mevrouw H. Puister-Hendriks zegt het erg prettig te vinden, als
een en ander zou kunnen worden opgelost. Mijn ruimtelijke pro
bleem is niet op te lossen, zo zegt ze.
-2-
