-8-
dat iedereen nog eens zou toelichten, dat men het er mee eens
was o
Raadslid S. Gerits zegt dat het nog altijd zo is, dat in de ver
gadering het woord gericht wordt tot de voorzitter en niet recht
streeks tot een andere persoon. Wanneer U wenst, zo zegt hij,
dat een van de raadsleden U antwoord geeft, dan kunt U aan de
voorzitter verzoeken of aan het raadslid het woord gegeven wordt
en dan krijgt U inderdaad antwoord van het raadslid» Zolang dat
niet gebeurt, moet men zich richten tot de voorzitter»
De heer G» Dielissen zegt zich ook tot de Voorzitter te hebben
gericht met de vraag of hij aan een der raadsleden kan voorleg
gen waarom de reakties alleen maar uit de inwoners komen.
Loco-burgemeester J. Oomen zegt dat, wanneer er een vraag wordt
gesteld, de Voorzitter die beantwoordt. Als de raadsleden er
behoefte aan hebben, zo zegt hij, dan kunnen zij hun mening ge
ven, maar het zou onnodig zijn, als ze dezelfde mening hebben.
U mag vragen of er een raadslid wil antwoorden en dan kan ik het
raadslid het woord geven.
De heer G. Dielissen zegt de procedure wel te begrijpen. Het
gaat me niet om een raadslid, zo zegt hij, om die ter verantwuor
ding te stellen. Het verbaast me in het algemeen, dat er vanuit
de Raad niets wordt gehoord.
Wethouder Drs. E. Schreinemachers zegt dat veel vragen binnen de
frakties worden besproken en thuishoren in het onderling beraad.
Vandaar worden de vragen doorgespeeld naar burgemeester en \\ret-
houders, zo zegt hij» Het vragenhalfuur is er om de inwoners
rechtstreeks te horen en die vragen en opmerkingen in te pas
sen in het beleid.
Loco-burgemeester J. Oomen zegt dat de Raad de procedure aLwacht
De raadsleden zijn, zo zegt hij, nog niet bij de procedure be
trokken en wachten op het voorstel van burgemeester en wet-
-9-