Raadsvergadering 24 oktober 1972
Agendanr. 10
Voorstel tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling
voor het oprichten en instandhouden van een bestuursacademie
Teteringen, 11 oktober 1972.
Aan de Raad,
In 1966 is door de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten een bestuursschool voor Noord-Brabant opge
richt. Het dagelijks bestuur van de school is opgedragen aan een
raad van beheer. Voor deze organisatievorm werd destijds gekozen,
omdat bij de oprichting van de school door de afdeling Noord-
Brabant van de V.N.G. met een aanmerkelijk kortere procedure kon
worden volstaan, dan wanneer een gemeenschappelijke regeling zou
zijn getroffen. In het algemeen is er namelijk in ons land aan
de hand van de richtlijnen uit het Rapport "een algemene middel
bare opleiding voor de provinciale en de gemeentelijke bestuurs
dienst" van de zgnkommissie-van Reijen, de voorkeur aan gegeven om
de bestuursscholen op basis van een gemeenschappelijke regeling
op te richten en in stand te houden.
Nu de bestuursschool enkele jaren funktioneert is de vraag naar
voren gekomen of er aanleiding bestaat de gekozen bestuursvorm
alsnog te vervangen door een gemeenschappelijke regeling. Op 13
juni van dit jaar heeft de algemene vergadering van de afdeling
Noord-Brabant van de V.N.G. in principe hieraan zijn goedkeuring
gehecht. Besloten werd toen een ontwerp-gemeenschappelijke rege
ling ter vaststelling toe te zenden aan de Provinciale Staten en
aan alle gemeenteraden in onze provincie.
Een exemplaar van deze ontiirerp-gemeenschappelijke regeling, aan
te halen als "Regeling Bestuursacademie Noord-Brabant" bevindt
zich in het raadsdossierHoofdstuk I van de regeling geeft een
aantal algemene bepalingen, o.a. omtrent aanvang en duur van de
regeling, omtrent wijziging en opheffing en omtrent toe- en
uittreding. In hoofdstuk II wordt het doel van de regeling nader
omschreven. Voornaamste taak zal zijn het verzorgen van opleiding
en vorming tot het beroep van ambtenaar voor de lokale, regionale
en provinciale bestuursdienst. In hoofdstuk III worden als be
stuursorganen ingesteld een algemeen bestuur, een dagelijks be
stuur en een voorzitter. Nat betreft de samenstelling van het al-
gemeen bestuur is voor gemeenten met minder dan 50.000 inwoners
gekozen voor een beperkte vertegenwoordiging in plaats van een
vertegenwoordiging voor elke gemeente. In hoofdstuk IV van de re
geling zijn de bevoegdheden van de bestuursorganen vastgelegd.
Hoofdstuk V handelt over het personeel in dienst van de regeling.
De financien vormen de inhoud van hoofdstuk VI. Uit artikel 30
volgt, dat de voornaamste bronnen van inkomsten worden gevormd
-2-