ALGEMEEN
Begrotingsoverschot 1973»
Voor onvoorziene uitgaven is in 1973 ruim 221.000,=
beschikbaar
Ten opzichte van 1972 betekent dit een verruiming van
147-000,=.
Als belangrijkste oorzaken kunnen wij noemen:
a) Meerdere inkomsten wegens verfijnings
uitkering ongewoon bevolkingsverloop 39.000,=
b) Hogere deelname van het Rijk in de kosten
sociale zorg 65.000,=
Verfijningsuitkering ongewoon bevolkingsverloop.
Door de sterke groei van het inwoneraantal wordt in het
kader van de financiële verhoudingswet een extra uitke
ring beschikbaar gesteld.
Voor 1973 betekent dit een bedrag van ruim 122.000,=.
In verband met de limiet die aan de groei van onze gemeen
te is gesteld moet rekening gehouden worden met het weg
vallen van deze verfijningsuitkering rond 1976-1977»
Naer onze mening getuigt het van een evenwichtig finan
cieel beleid deze ontwikkeling te signaleren en bij het
bepalen van de begrotingspolitiek voor de komende jaren
hiermede rekening te houden.
Deelname van de centrale overheid in de k^sten_sociale ^org^
Met ingang van 1973 neemt het Rijk 90% van de uitkeringen
in het kader van de algemene bijstandswet voor haar reke
ning.
Tot en met het dienstjaar 1972 waren bovengenoemde uitgaven
in de algemene uitkering van het gemeentefonds opgenomen
op basis van 80% der gemiddelde uitgaven over een drietal
dienstjaren voorafgaande aan het uitkeringsjaar. (Het zoge
naamde dakpannensysteem)
In het verdere verloop van deze nota wordt op deze materie
uitvoerig ingegaan.
Kapitaaldienst-financieringsproblematiek.
De centrale financiering:
Reeds jaren vormt het systeem van centrale financiering een
ernstige belemmering voor de gewenste ontplooiing van de ge
meentelijke aktiviteiten
Zeer recentelijk werd door de overheid beslist dat de centrale
financiering ook in 1973 zal worden voortgezet.
Hiermede dreigt een systeem, dat als noodverband bij gespannen
conjuncturele omstandigheden is bedoeld, uit te groeien tot
een permanente bevoogding ten aanzien van de investeringsacti
viteiten der gemeenten.