36.
D. KAPITAALLASTEN
De geringe verhoging t.o.v. 1972 in aanmerking genomen
achten uij een analyse overbodig. Wij tekenen echter
hierbij aan dat de kapitaallasten van de ambtswoning
van de burgemeester en die van de investeringen t.b.v.
het onderwdjs zijn opgenomen onder kostenkategorie
personeelskosten c.q. uitgaven t.b.v. het onderwijs.
E. LEVERINGEN EN DIENSTEN DOOR DERDEN
Onder deze kostenkategorie zijn die uitgaven gegroe
peerd welke samenhangen met leveringen door derden en
uitgaven welke worden veroorzaakt door dienstverlenen
de instellingen.
In totaal zijn de uitgaven circa 177=000,= hoger ge-
raamd dan
in de begroting 1972.
Als voornaamste verhogingen noemen wij:
Hfdst. II
Schrijf- en bureaubehoeften
6.200,=
1)
Controle kosten
700,=
2)
Kosten stedebouwkundige werk
zaamheden
3.500,=
3)
UI
Onderhoud en kosten openbare
verlichting
10.000,=
4)
IV
Bijdrage aan schoolartsen-
dienst
1.700,=
5)
Bijdrage aan vleeskeurings
dienst
700,=
5)
Bijdrage aan keuringsdienst
voor waren
1.800,=
5)
V
Bijdrage welstandstoezicht
700,=
5)
VI
Onderhoud quartaire wegen
15.000
6)
Heffingen en bijdragen als be
doeld in art. 17 der Wet
Verontreiniging oppervlakte
wateren
11,000,=
7)
Kosten reinigingsdienst
53.000
8)
Aansluitkosten riolerings
stelsel gemeente Breda
5.000
9)
Kosten werken voor derden
3.900,=
10)
VIII
Uitgaven als bedoeld in art.
6
13 der L.0.-Wet 1920
1.000
11)
XI
Vergoeding aan het Rijk we
gens invordering en inning
personele- en grondbelasting
900,=
12)
XII
Rente rekening-courant
gelden
13.500,=
13)
Afdracht ingehouden loonbe
lasting en premie A.O.W.
20.000
14)
148.650,=
l) De belangrijk hogere raming kan voor circa 5.000,=
worden toegeschreven aan een stijging der portokosten.
Een toename van de te frankeren stukken en niet op
de laatste plaats de voortdurende prijsstijgingen zijn
hieraan de oorzaak.