SEMEENTE
26
Raadsvergadering d.d. 1 mei 1973
Agendanr. 9.
Voorstel tot het vaststellen van een Verordening inzake subsi
diëring van het godsdienstonderwijs op scholen voor lager onder
wijs O
Teteringen, 18 april 1973'
Aan de Gemeenteraad,
Bij brief van 3 juli 1972 heeft het bestuur van de Stichting
katholiek onderwijs in de heilige Willibrordusparochie zich tot
ons college gewend met het verzoek na te gaan of er wegen zouden
zijn om te komen tot subsidiering van het godsdienstonderwijs
aan de scholen voor gewoon lager onderwijs.
In het kader van de Lager-onderwijswet 1920, met name van
artikel dier wet en de daaruit alsmede uit de betreffende con
stante jurisprudentie voortvloeiende mogelijkheden, is subsi
diëring van het godsdienstonderwijs aan kerkelijke gemeenten
wettelijk geoorloofd. De Kroon immers ziet in artikel 26 der
Lager-onderwijswet 1920 geen beletsel om van gemeentewege een
vergoeding aan een kerkgenootschap te verlenen t.b.v. het geven
van godsdienstonderwijs op openbare lagere scholen, zij het dan
ook, dat deze vergoeding behoort te geschieden op grond van een
algemeen verbindende regeling (Koninklijk Besluit van 6 april
i960, nr. 17)» In verband met de financiële gelijkstelling van
het openbaar en bijzonder onderwijs geldt het bovenstaande
eveneens voor de bijzondere scholen.
De mogelijkheden aanwezig zijnde, hebben wij ons uitvoerig
beraden over de principiële vraag, of er overigens gronden zijn
aan te voeren om tot subsidiering over te gaan. Bij onze slot
conclusie zijn wij er van uitgegaan, dat het tot de wezenlijke
taak van de kerkgenootschappen behoort, dat zij in hun pastorale
zorg en begeleiding ook de kinderen, wier ouders dat wensen,
betrekken. Van een vergoeding aan de kerkelijke gemeenten, ge
relateerd aan een honorarium, zoals dat bijvoorbeeld voor een
vakleerkracht is vastgesteld, kan onze mening dan 00k. geen
sprake zijn. Daartegenover achten wij het alleszins reeël, dat
in de kosten, verbonden aan het geven van godsdienstonderwijs,
wordt tegemoetgekomen. Een vergoeding van 250,-- per jaar per
on s
wekelijks lesuur komt xn dit verband redelijk voor,
-2-