-2-
De ontwerp-verordeningzoals wij U ter vaststelling aanbieden,
geeft in artikel 1 aan, welke instanties in aanmerking kunnen
worden gebracht voor het toekennen van de bedoelde vergoeding.
Artikel 2 bepaalt o.m. wat onder godsdienstonderwijs moet wor
den verstaan.
Artikel 3 beperkt de vergoeding tot de lessen in de vijfde en
zesde klassen, terwijl het aantal leerlingen per klas minimaal
10 moet zijn. Naar onze mening kan het godsdienstonderwijs in
de overige klassen zonder bezwaar door de klasseonderwijzer
worden gegeven. Bovendien achten wij het zinvol, dat slechts
vergoeding wordt toegekend, indien voor dit onderwijs voldoende
belangstelling bestaat.
Naast het bedrag der vergoeding, hiervoor reeds vermeld, bepaald
artikel k onder meer, dat per klas slechts êên wekelijks lesuur
l
in aanmerking kan worden gebracht.
Het godsdienstonderwijs aan de openbare lagere school wordt tot
op heden verzorgd door de leerkrachten. Voor de bijzondere scho
len moeten op grond van de verordening 7 lesuren in aanmerking
worden gebracht, te weten: twee lesuren aan de Aloysiusschool
twee lesuren aan de V/illibrordusschool
drie lesuren aan de Helder Camaraschool
Zes lessen worden gegeven door een R.K. priester en êên les
(klas 5 en 6 van de Helder Camaraschooldoor een gereformeerd
predikant
Op grond van de U voorgelegde verordening zal de totale vergoe
ding per jaar derhalve 7 x 250,-- 1,750,-- bedragen (ge-
raamd bij de 26e begrotingswijziging 1973)=
De overige artikelen van de ontwerp-verordening spreken
voor zichzelf.
Resumerend stellen wij U voor thans over te gaan tot vast
stelling van het ter inzage liggende ontwerp:
"Verordening subsidiering godsdienstonderwijs 1973"»
Burgemeester en wethouders van
Teteringen
JM/GG.
burgemeester
loco c
0
secretaris.