-2-
van de vijfde en zesde klassen, mits deze lessen als regel
worden bezocht door tenminste 10 leerlingen.
Artikel 4
1. De in artikel 1 bedoelde vergoeding bedraagt voor elk
wekelijks lesuur van tenminste 45 minuten 250,--
per jaar;
2. Cm bij het berekenen van de vergoeding in aanmerking ie
worden genomen, zal de door de leerkracht gegeven of te
geven les in het lesrooster moeten zijn opgenomen en
werkelijk moeten zijn gegeven;
3. Voor vergoeding komt per klas ten hoogste een wekelijks
lesuur van tenminste 45 minuten in aanmerking.
Artikel 5
Voor het verkrijgen van de in artikel 4 bedoelde vergoeding
zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen 30 dagen na
afloop van het kursusjaar bij burgemeester en wethouders een
opgave in, vermeldende voor elke school afzonderlijk
a. de naam van de leerkrachtenbelast geweest met het
geven van onderwijs;
b. de lesuren, welke werden gegeven;
c. de dagen en uren gedurende welke deze lesuren werden
gegeven
d. de klassen en
e. de aantallen leerlingen, die iedere les hebben bijgewuond.
Deze opgave wordt vóór de inzending door het hoofd van de
betreffende onderwijsinstelling gewaarmerkt. Gelijktijdig
met de inzending van de hiervoor bedoelde opgave zendt de
instantie een gespecificeerde opgave in van de over het be
treffende kursusjaar aan de leerkrachten uitbetaalde ver
goedingen. De daarop betrekking hebbende betalingstukken
worden bij deze opgave overlegd.
Voor de toepassing van deze verordening is het kursusjaar
gelijk aan het werkelijke schooljaar.
Artikel 6
De leerkrachten gedragen zich naar de aanwijzigingen door
het hoofd der school te geven.
-3-