-3- -4- Wethouder van der Veeken zegt dat de zakken op de stortplaats machinaal worden versneden, zodat er geen enkele heel blijft. Verder zegt hij, dat er geen emmers meer aangeboden zullen mogen worden, maar dat de ene emmer, die men behoudt, dient als houder voor de plastic zak. Bij het opbergen van scherpe voorwerpen acht hij de mogelijkheid aanwezig, dat de plastic zak scheurt. Hij adviseert het voorwerp dan eerst in een stuk krant te rollen. Ook zegt hij bereid te zijn aan het Reini- gingsbedrijf te verzoeken in de nog resterende weken soepel heid te betrachten bij het ophalen van huisvuil. Tenslotte zegt hij de indruk te hebben, dat de overtollige emmers zullen worden verkochtals dit enigszins mogelijk is. De Voorzitter zegt dat het Teteringse vuil wordt afgevoerd naar de vuilnisbelt van de Grontmij. bij Bavel. Er worden daar wekelijks grond- en watermonsters genomen. Er wordt ge_ dacht aan een centrale vuilstorting door heel west-Brabant op een bepaalde plaats, waarvan een kartering zou worden gemaakt, zodat het later mogelijk zou zijn een bepaa^l'^uil er uit te lichten om opnieuw te gebruiken. Voorts merkt de Voorzitter op te verwachten, dat een niet gering deel van de emmers in zodanig slechte staat verkeert, dat het moet worden vernietigd of als schroot verkocht. Het aantal emmers, dat nog behoorlijk is, zal in eerste aanleg worden opgeslagen, voor een deel ten behoeve van vervanging. Tenslotte zegt hij, dat men in het dorp al heeft gemerktdat men soepeler op treedt bij het ophalen van het vuil. De fa. Boon vindt de overgang naar plastic zakken bijzonder plezierig, omdat deze veel gemakkelijker te verwerken zijn. Raadslid Esser vraagt naar de sluiting van de zakken. De Voorzitter belooft de volgende vergadering een monster van de zak mee te brengen. Raadslid Gerits zegt het prettig te vinden, dat in de weken tot 1 juli soepel zal worden opgetreden. Hij vraagt of dit nog wordt bekendgemaakt. De Voorzitter zegt dat het mogelijk isdat in het verslag van de vergadering hierover wordt gesproken. Hij zegt wel te willen voorkomen, dat men te ver gaat. Wethouder van der Veeken zegt dat het hem is opgevallen, dat er in de voorgaande weken geen enkele klacht is binnen gekomen. De gang van zaken bevredigt blijkbaar, zodat hij bekendmaking niet nodig acht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 43