- Ü-
De heer Speelman herhaalt vervolgens, dat, wanneer het gaat om
gebruik van de grond voor bur g erwo on do elein d en en bedrijfsdoeleinden,
de situatie van dit ogenblik wordt gefixeerd, wat inhoudt, dat be
staande bedrijven en woningen ter plaatse uiteraard kunnen blijven
bestaan, ook met de mogelijkheid van herbouw en gedeeltelijke uit
breiding, maar dat geen mogelijkheid meer aanwezig is van algehele
nieuwe vestiging van woningen en niet-agrarische vestigingen in het
buitengebied»
De regeling m»b»t= de natuurgebieden is ook gedifferentieerd i.v.B,
het mogelijke toekomstige gebruik» De funktie ervan is naar algemene
mening gelegen in de dagrekreatie» Voorzieningen van enige omvang
worden hier niet op zijn plaats geacht; de ruimte is er overigens
niet voor aanwezig. De nuanceringen, die in de natuurgebieden zijn
aangebracht houden verband met het rekreatief gebruik. Het natuur
gebied I wordt overeenkomstig het huidig gebruik bestemd tot natuur
gebied met rekreatief gebruik. In het zuidelijk gedeelte van het
natuurgebied ligt voorts een militair oefenterrein, dat ook dienover
eenkomstig bestemd is. Vervolgens liggen in het natuurgebied enkele
agrarische enklaves, die in het plan betrokken zijn in de regeling
van het natuurgebied» Deze enklaves vormen, ook al zijn ze vrij
groot van omvang, een wezenlijk component van het natuurgebied en
moeten dus een regeling hebben, die daarop afgestemd is. Een van de
onderverdelingen van het natuurgebied betreft de sub-bestemming
"landgoed". Ten aanzien hiervan heeft zich een wijziging van de
inzichten voorgedaan. Op basis van het vigerende plan is het nl
mogelijk, dat op de landgoederen Oosterheide en Princentafel wordt
gebouwdten dienste van partikuliere woondoeleinden. Volgens de
huidige inzichten zou het niet juist zijn, dat deze gebieden zouden
worden opgeofferd voor partikuliere woondoeleinden. Als deze inzich
ten zouden worden gevolgd, dan zouden de claims, die reeds op de
grond liggen, verdwijnen. Het lijkt niet juist die weg te volgen.
Op basis van het ontwerp-plan mag er dan ook nog wel gebouwd wor
den op het betreffende gebied, zij het op zeer beperkte schaal» De
mogelijkheid tot bouwen is in vergelijking met het vigerende plan
tot eenderde teruggebracht.
Na aldus in grote trekken de regelingen te hebben geschetst, die bij
het ontwerp-plan horen, verwijst de heer Speelman voor de verdere
loop van het bestemmingsplan naar de stencildie de aanwezigen
hebben ontvangen. Hij zegt, dat over het plan overleg met de tech
nische deskundigen van de provincie gaande is» Tegelijkertijd vindt
nog overleg in de Raad plaats. De opmerkingen, ook van de publieke
tribune, worden zeer waardevol geacht, omdat het gaat om de bepaling
-7-