Hij vindt het een logische zaak, dat speciale ruimte gereserveerd
blijft. Hij ziet echter de noodzaak niet van de reservering van
twee gebieden voor mogelijke uitbreiding.
De voorzitter onderbreekt de heer de Cloe met de opmerking, dat
het hier geen uitbreiding van Teteringen betreft, doch gaat om
het buitengebied van de gemeente.
De heer de Cloe vraagt, wat de bestemming is van het gebied ten
oosten van de Oosterhoutsewegdat doorgetrokken Tiror dt tot de
kern
De voorzitter zegt hierop, dat mat het vaststellen van het be
stemmingsplan gedacht moet worden wat er in de verdere toekomst
met de ruimte zal gebeuren. Daarom wordt thans deze ruimte wat
vrij gehouden voor een mogelijke, verdere uitbreiding. Het ge
meentebestuur is zeer voorzichtig met deze uitbreiding. In de
nabije toekomst zal deze uitbreiding wel niet gerealiseerd wor
den
Op een vraag van de heer Hoogelander over het gebied in omgeving
van het Hoeveneind, antwoordt de voorzitter, dat deze gebieden
om praktische redenen op grotere schaal in kaart zijn gebracht.
De heer Mulders vraagt of het mogelijk is de spoorlijn langs
Rijksweg 27 te projekteren. Verder vraagt hij of het gemeentebe
stuur de bevoegdheid heeft om van een bepaalde bestemming af
te wijken, zoals b.v. bij de Bergse Pad, waar slechts een be
perkte agrarische bebouwing mogelijk is. Hij vindt, dat een
beperkte uitbreiding van agrarische bedrijfsgebouwen in de
Vugtpolder mogelijk gemaakt moet worden.
Hij vraagt zich af wat er gebeurt als de deskundigen, die een be
stemmingsplan ontwerpen na 2 3 jaar tot een ander inzicht komen.
De voorzitter zegt, dat er voor gevochten zal worden om de spoor
lijn niet in de Vugtpolder te projekteren, daar dit gebied naar
zijn bestemming vrijgehouden dient te worden. Naar zijn mening
verdient het aanbeveling de spoorlijn te lcombineren met de auto
weg naar Gorinchem. Voorts zegt hij, dat het gemeentebestuur van
mening is een redelijk kompromis bereikt te hebben, wat het to
tale aanzien betreft, mede gelet op de behoefte en het belang
van alle inwoners. Hij voegt er nog aan toe, dat wat men vandaag
denkt toch wel een basis is voor morgen.