-5-
Wat betreft het agrarisch gebied is er een duidelijk verschil met
het vigerende plan, waarin bebouwing mogelijk is langs vrijwel alle
verharde wegen die door het gebied lopen. Sinds 1966 is daar eigen
lijk weinig gebruik van gemaakte Mede in verband met gewijzigde
inzichten t.a.v. het buitengebied, ook wat betreft het behoud van
de open ruimte, is gemeend van het bouwstrokensysteem te moeten af
stappen en een concentratie teweeg te brengen van agrarische bebou
wing, waar het gaat om nieuwe vestigingen. Daarvoor is gedacht,
dat het gebied liggende tussen de Blauwhoefsedreef en de Stidstraat
een geschikte plaats zou kunnen zijn, zowel wat de bodemgesteld
heid en het landschap betreft, alsook wat de omvang vein het gebied
betreft voor de behoefte, die mogelijkerwijs in de gemeente zou kun
nen bestaan aan agrarische bom«plaatsen. Vervolgens zegt de heer
Speelman de overige agrarische bestemmingen suksessievelijk te wil-
J len doornemen
In het agrarisch gebied I, aansluitend aan de kern, wordt bebouwing
voor agrarische doeleinden geheel uitgesloten, in verband met een
mogelijke uitbreiding van het woongebied van de woonkernDe heer
Speelman zegt, dat bij het gemeentebestuurvoorzover hem bekend,
nog een geringe uitbreiding in westelijke richting in studie is»
Hij wijst er op, dat het Streekplan West-Brabant op de helling is
en ook de provincie studeert hoe groot de sub-kernen rondom Breda
zouden kunnen zijn in de toekomst. In het ontwerp-plan is daarom
een zekere ruimte vrij gehouden om de mogelijke uitbreiding van de
kern in de toekomst mogelijk te maken.
Agrarisch gebied II betreft eveneens agrarisch gebied zonder bebou-
jwing. Gezien de omvang van de agrarische kultuurgrond zou er reden
kunnen zijn om bebouwing, die werkelijk nodig is i.v.m. het gebruik
van de grond, toe te laten. Met name de openheid wordt er niet door
verhinderd.
Agrarisch Gebied III betreft in hoofdzaak de polder "de lage Vugt"
o.o.k een uitgestrekt landbouwgebied, waarvoor dezelfde regeling is
getroffen, met dien verstande, dat het mogelijk zal zijn, dat er
bodemgebonden agrarische bedrijven kunnen worden gevestigd van een
behoorlijke omvang.
Agrarisch gebied IV betreft het gebied, waar de agrarische vesti
gingen worden gekoncentreerd.
Tenslotte is er nog het gebied van agrarisch gebied V, gelegen tegen
Breda en geschikt voor intensieve vormen van tuinbouw, zoals kassen
bouw ed.
-6-
