-6-
Betreffende de rekonstruktie van de Hoolstraat, zegt de voor
zitter, is gewacht op het resultaat van het overleg tussen de
tuinarchitekt en de stcdebouwkundige
Op de laatste vraag van de heer Gerits antwoordt wethouder van
der Veekendat er nog veel werk gedaan moet worden, zoals het
kleinmaken van het stormhouthet inplanten van enkele vakken
en het plaatsen van banken en picknick-tafels.
Raadslid van Pelt uit zijn bezorgdheid over de gevaarlijke toe
stand van het fietspad langs de Oosterhoutseweg bij winterweer,
omdat de fietsers dan gedwongen worden gebruik te maken van de
autoweg. Hij vraagt of de mogelijkheid bestaat het sneeuw van de
fietspaden te ruimen»
Wethouder van der Veeken antwoordt, dat het een probleem blijft
om de fietspaden sneeuwvrij te houden»
Do voorzitter voegt hieraan toe, dat het een bijna onoplosbaar
probleem is, omdat na ruiming van de sneeuw bij vriezend weer een
dun ijslaagje ontstaat»
Raadslid Schreinemachers vraagt in verband met de geruchten over
een tekort aan plastic zakken of de in juli opgehaalde vuilnis
emmers reeds zijn afgezet of nog in voorraad zijn gehouden»
De voorzitter antwoordt, dat de vuilnisemmers zijn opgeslagen op
een klein aantal na, dat is verkocht» Hij zegt echter voor het
eerste driekwart jaar geen moeilijkheden te verwachten, daar de
gemeente nog een grote partij plastic zakken in voorraad heeft»
Bovendien is er reeds een nieuwe bestelling gedaan» Desnoods kan
altijd op de vuilnisemmers worden teruggevallen»
Raadslid van de Wijgerd vraagt of er bij het nieuwe voetbalveld
een kleedlokaal zou kunnen worden geplaatst» Hij zegt, dat de
bestaande kleedakkomodatie niet meer toereikend is» Hij doet ver
der de suggestie rond de kiosk een talud aan te brengen, beplant
met bloemen en planten»
De voorzitter meent, dat de thans aanwezige kleedlokalen bij de
sportvelden een vrij redelijke akkomodatie bieden» Voorts zegt hij,
dat het verspillend genoemd zou kunnen worden deze kleeclakkomoda-
tie uit te breiden, aangezien er een groot sportveldencomplex
aan cle oostzijde van het dorp komt» Wel verklaart hij zich bereid
om, ingeval er sprake is van grote nood, waarvan hem niet is ge
bleken, te praten over een noodvoorziening»
-7-