-8-
Hierna verleent de voorzitter het woord aan het raadslid Oomen
voor het uitspreken van diens algemene beschouwing.
Mijnheer de voorzitter, zo spreekt raadslid Oomen, uw aanbiedings
nota bij de gemeentebegroting voor het dienstjaar 197^ begint met
de opmerking, dat de begroting van inkomsten en uitgaven tesamen
met de rekening kan worden beschouwd als een van de belangrijkste
stukken, die de Raad in de loop van het jaar bereiktDe redenen
worden dan duidelijk uiteengezet en die redenen zijn ongetwijfeld
juist. Aan die begroting van inkomsten en uitgaven zitten we in
het jaar 197^ vast. Als die begroting althans wordt aangenomen
en, mijnheer de voorzitter, wie zou daaraan durven twijfelen?
De constatering, dat we aan die begrotingscijfers vastzitten en
dat diezelfde begroting vanavond wordt vastgesteld, zou tot de
conclusie moeten leiden, dat we hier in feite weinig aan hebben
toe te voegen. Voor ons als raad is in deze praktische situatie
de begroting technisch juist samengesteld. We hebben uitgebreide
en duidelijke informatie gekregen door U, mijnheer de voorzitter,
in de commissievergadering met een bijna grenzeloos geduld gegeven.
De toelichting was ook vakkundig. U was er in thuis en de heer
van den Bemt hoefde slechts sporadisch te assisteren. We hebben
dat weieens anders meegemaakt! Mijnheer de voorzitter, mijn dank
daarvoor en mijn respect. Ik zou die dank nog wat willen uitbrei
den naar een breder terrein van uw werkzaamheid in de gemeente.
Over die begrotingscijfers valt toch niets te zeggen en wat we
hier aan het doen zijn, zijn toch "algemene" beschouwingen. Zo
doende kom ik terug cp dat brede terrein van uw werkzaamheid in
de gemeente. Mij valt steeds op uw grote belangstelling voor elk
aspect in onze Teteringse gemeenschap. Die belangstelling geldt
vanaf de jeugd tot aan de bejaarden en alles wat daar tussen is.
Die belangstelling blijkt als er op een autoloze zondag een fietsen
ralley wordt georganiseerd, waar (vanwege het slechte weer) maar
vijf gezinnen aan mee doen en dan bent U er bij. Die belangstelling
geldt ook als een koe van een veehouder in onze gemeente 100.000
kg melk heeft geproduceerd en U weet daarbij dan nog iets verstan
digs te zeggen ook! Het zijn zo maar een paar feiten uit vele,
maar ze zijn wel typerend voor wat ik met die brede belangstelling
bedoel. Ons vertrouwen in U als burgemeester is hierdoor mede be
vestigd. Dat is niet alleen mijn mening, maar de mening van velen
uit uw gemeente.
ïk ben wat afgedwaald, ik geef het toe, maar ik moest dit toch
even kwijt. i
-9-