-10- In de praktijk komt het er echter op neer, dat de raad dikwijls (of liever bijna altijd) ja moet zeggen, omdat er geen andere mogelijkheid is en het voorstel een goed voorstel is, of omdat een afwijzing van een voorstel ec-n raadsbesluit doet ontstaan, dat ter vernietiging aan de Kroon kan of zelfs moet worden voor gedragen. Ondanks onze goede bedoelingen vrees ik steeds maar weer, dat ook een avond als deze, oppervlakkig gezien, de indruk moet wekken van veel gezwam en weinig wol. Ofwel, alles loopt toch precies volgens de dienstregeling. Dat is dan weer, mijnheer de voorzitter, dat onbehagen bij raads leden, dat overigens een landelijk probleem schijnt te zijn. Paragraaf 1 van hoofdstuk II van Uw nota houdt daar rekening mee, waar wordt gezegd: "Het zoeken naar geëigende vormen om het kon- takt met de inwoners te verbeteren zal voorts onverminderd worden voortgezet". Daar heb ik dan een streep ondergezet! De nieuwbouw bij het gemeentehuis komt dan gelukkig in zicht. Een hoogstnoodzakelijke zaak. Voor de ambtenaren is het z6 geen werken meer. En zelfs voor de raadsleden zal het van belang zijn, dat we niet meer van de gastvrijheid van de secretariskamer ge bruik hoeven te maken om de stukken in te zien, hoe voortreffe lijk die gastvrijheid dan ook altijd was. Graag zien we dan weer de raadzaal in het gemeentehuis. Ik meen, dat dit gevoel bij alle raadsleden leeft en dat ook door B. en in die richting wordt gedacht Het bestemmingsplan Buitengebied zal dan tenslotte in 197^ ter vaststelling worden aangeboden. We mogen aannemendat tegen dit plan een vrij groot aantal bezwaren zijn ingediend. In de nota wordt gezegd, dat aan gerechtvaardigde bezwaren zal worden tege moet gekomen. Hier is nu een terrein waar een raadslid wel iets kan doen, waar we dus attent zullen moeten zijn. Het betreft hier namelijk een zaak waar een gemeentebestuur bestemmingen vastlegt voor gronden cn gebouwen, die in bezit zijn van particulieren. Duidelijk komt in de begroting tot uiting, dat we nu toe zijn aan een meer getemporiseerde woningbouw en dus ook aan een minder snelle groei van het aantal inwoners. Velen zullen dit zien als een zegen voor de gemeente Tetcringen. En ook wel als een zegen voor zichzelf. We kunnen dan het leefklimaat wat gaan verbeteren, want welvaart is nog geen welzijn. In het kader van het streekplan zal dit afbouwen van onze gemeente ook wel een dwingende plicht zijn. -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 13