-16-
-17-
De gesprekken, die gevoerd zijn met de in 1973 geformeerde
werkgroep Jeugd- en Jongerenwerk zijn zeer verhelderend ge
weest. De konklusie van deze gesprekken was, dat er een service-
instituut dient te worden opgericht. Dit service-instituut zal op
23 januari a.s. worden geïnstalleerd.
Op de vraag van de heer Oosnen inzake de kunstwerken bij de Helder
Camaraschool en "'t Web", antwoordt de voorzitter, dat hierover
in 1973 kontakt is opgenomen met de kunstenaar Qees Iteijzer uit
Wouw. Op dit moment maakt de heer Keijzer een studie op welke
wijze verfraaiing van het dorp het best gerealiseerd zal kunnen
wor den
In verband met de opmerking van de heer Gerits inzake de verbin
ding van "Zuiderhout" met de kern van Teteringen, zegt spreker,
dat met het bestuur van de bejaardenstichting een voorlopig trac&
is besproken. Gedacht wordt aan een verhard voetpad tussen de
landerijen door naar de Kampakker. Er bestaat goede hoop, dat
dit tracé binnen niet al te lange tijd een definitief karakter
zal kunnen krijgen.
Inzake het door de heer Oonen gestelde over een optimale informa
tie, zegt de voorzitter, dat gestreefd dient te worden naar een
zo doeltreffend mogelijk overdragen van de informatie, waarbij de
kosten uiteraard in het oog dienen te worden gehouden.
Door het leggen van bestemmingen wordt het eigendomsrecht inder
daad beperkt. Spreker betoogt, dat het terecht de funktie van een
bestemmingsplan is om de ongebreidelde eigendom aan banden te kun
nen leggen. Nog dit jaar zal het bestemmingsplan "Buitengebied
1972" ter vaststelling aan de Raad worden voorgelegd, waarbij
uiteraard de vele binnengekomen bezwaarschriften ter overweging
en besluitvorming mede zullen worden aangeboden.
De samenstelling van de bevolking binnen de gemeente zal zo nauw
gezet mogelijk gevolgd worden. Er kan naar de mening van de voor
zitter daarbij niet voorbij gegaan worden aan het feit van een
verlaging van het geboortecijfer en een verdunning van de woning
bezetting
Spreker betoogt voorts, dat Teteringen inderdaad een van de weinige
gemeenten is, die het instrumentaal onderwijs niet zal subsidiëren.
Wij zijn echter beslist niet de enige gemeente. Bovendien zou een
aantal gemeenten echt wel tot subsidieverlaging willen overgaan,
als dat nog mogelijk was.