VERSLAG
van het vragenhalfuur na de raadsver
gadering van 8 januari 197^ in het
gemeenschapshuis "'t Web",
De heer J. Kok jr.vraagt of er in verband met de sociaal-kulturele
zorg weieens overwogen is een beroepskracht aan te stellen. Tevens
vraagt hij zich af of het niet verstandiger zou zijn geweest reeds
bij de aanvang van de betreffende bouwwerken een kunstenaar aan te
stellen voor het vervaardigen van de toegezegde kunstwerken.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat aantrekking van een beroepskracht
wel degelijk is overwogen. Hij meent echter, dat door de geformeer
de werkgroep van vrijwilligers reeds een stukje deskundigheid is
binnengehaald. Hij zegt verder van de betreffende kunstenaar
C, Keijzer bericht te hebben gekregen, dat het voor hem erg moeilijk
was een ontwerp te vervaardigen, zolang niet bekend was, hoe de to
tale situatie bij de Helder C-amaraschool zou worden.
De heer J, Mulders doet de suggestie het bosbezit van de gemeente
te verkopen aan Staatsbosbeheer, Hij meent, dat door verkoop een
financieel voordeel behaald zal kunnen worden en dat de funktie
van de gemeente door verkoop zeker niet zal worden aangetast.
Burgemeester Aarts verwacht, dat Staatsbosbeheer nauwelijks belang
stelling zal hebben voor aankoop van de Teteringse bossen. Hij
meent overigens, dat een goedkeuring van Gedeputeerde Staten zeker
niet zal worden verkregen. Hij vindt dat de Teteringse bossen in
het totaal van de Regio Breda een belangrijke, rekreatieve funktie
vervuil en
Mevrouw M, Rooden-van Eijk vraagt of er iets gedaan zou kunnen
worden aan de wanordelijke toestand bij de leegstaande panden in
het winkelcentrum aan de Scheperij.
Burgemeester Aarts zegt kontakt te hebben gehad met de eigenaar
van het winkelcentrum, In dit gesprek is de eigenaar medegedeeld,
dat de beheerder aansprakelijk is voor het schoonhouden van het
centrum