-2- Hij vraagt wanneer met de bouw van de 3 lokalen kan worden begonnen en wat de bouwperiode is. Tevens vraagt hij of een noodzakelijke uitbreiding van de scholen in de toekomst nog mogelijk is. Hij zegt de aanstelling van een tijdelijke leerkracht te moeten interpreteren als een aanstelling voor een bepaalde periode met de mogelijkheid tot vaste aanstelling. Naar zijn mening houdt het sterk afwijkende bedrag per leerling voor de Springplank vooral verband met de onder houdskosten van de schoollokalen. Tenslotte zegt hij het plezierig te vinden, dat voor het schoolbestuur ruimte gecreëerd wordt voor verdieping en intensivering van het onderwijs. Burgemeester Aarts antwoordt, dat in het kader van het totale bouw- kontingent aan onze gemeente zowel voor 197'± als voor 1975 30 woning wetwoningen beschikbaar gesteld worden. Be invloed van de rentestand 4 en de bijdragen in de exploitatiekosten komen tot uitdrukking in de huurprijzen. Aan de vraag binnen de gemeente aan woningwetwoningen kan redelijk worden voldaan, mede omdat alleen mannelijke ingezetenen worden ingeschreven. Verder zegt hij, dat met de bouw van de lokalen kan worden begonnen, zodra door G.S. goedkeuring is verleend aan het krediet. De bouwperiode van dit type gebouw bedraagt ongeveer een maand. De bouw zal zo worden uitgevoerd, dat de voortgang van het onderwijs niet wordt verstoord. Gezien het dalende geboortecijfer en de sterk afnemende groei van de gemeente wordt de capaciteit van de school op 3 lokalen voorshands voldoende geacht.. Uitbreiding tot vier lokalen is nog mogelijk. De burgemeester meent, dat er verder gerust gesproken kan worden over een tijdelijke leerkracht. Hij voegt 0 hier nog aan toe, dat om praktische redenen is besloten de leer kracht voor het derde lokaal, dat gehuisvest is in de hal van de openbare school, te benoemen voor de periode tot medio juli. Volgens de burgemeester liggen de onderhoudskosten voor de openbare school vrij laag. Hij meent, dat door de groeifase, waarin de openbare school thans verkeert, een aantal exploitatiekosten over een relatief te klein aantal leerlingen verdeeld moeten worden, waardoor het be drag per leerling relatief hoog ligt. -3~

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 14