In het geval men zelf niet tot snoeien overgaatkunnen
B. en W. daartoe aanschrijven. Bij nalatigheid zou daarna
eventueel sanktie kunnen worden toegepast. Op de vraag van de
heer Oomen over artikel 29 zegt de voorzitter, dat een hond
pas gevaarlijk is, als dat is gebleken. Indien men dan niet
zelf maatregelen neemt, kunnen B. en hiertoe aanschrijven.
Hij zegt het wel met de heer Oomen eens te zijn, dat het
jammer is, dat het eerst iemands broek moet kosten, voordat
een hond gevaarlijk voor de Teteringse maatschappij wordt
verklaard.
Vervolgens zegt de Voorzitter op de vragen van de heren
Gerits en Oomen over artikel 35» dat met "in de onmiddellijke
nabijheid van" de verharding wordt bedoeld. Schrikdraad of
puntdraad direkt aan de weg is dus niet toegestaan. Schrik
draad als veekering is meestal van de weg gescheiden door
de berm en een sloot en bevindt zich dan niet in de onmiddel
lijke omgeving van de weg. In antwoord op de vraag van de
heer van Pelt over artikel 65 zegt de voorzitter, dat er vol
gens de A.P.V. tegen ieder hinderlijk alarmsysteem opgetreden
kan worden. Ook via de bouwverordening zijn er mogelijkheden
om overlast tegen te gaan. Vervolgens zegt de Voorzitter in
verband met de vraag van de heer Gerits over artikel 83,
dat het gaat om overlast, die ontstaat voor bewoners van een
perceel door het op korte afstand plaatsen van grote voer
tuigen. Hij zegt, dat de afstand op het plein Scheperij tot
de bebouwing wat groter is en grote voertuigen wellicht als
minder hinderlijk worden gezien, hoewel ook bekend is, dat
het door bewoners van de Adriaan Oomenstraat als hinderlijk
wordt ervaren, dat aan de westkant van het plein vrij regel
matig een grote auto staat. Daarnaast zegt hij, dat het moge
lijk is op te treden tegen parkeerders, die niet binnen
de vakken parkeren. Tegen een vrachtauto, die niet binnen de
vakken staat, zou dan ook opgetreden kunnen worden. Hij merkt
daarbij tevens op, dat het weren van grote voertuigen toch
wel op moeilijkheden stuit, omdat men ergens moet blijven.