-2-
c. 2. binnen de erven van bedrijfsgebouwen en woningen;
het opslaa^n of deponeren buiten de gebouwen van een
of meer aan hun gebruik onttrokken machines, voer-,
vaar- of vliegtuigen, alsmede het opslaan van gerede
of onklare machines, voer-, vaar- of vliegtuigen,
dan wel het aanleggen of inrichten van opslagplaatsen
daarvoor
d. het aanleggen of inrichten van sport-, wedstrijd- of
speelterreinen, banen, vliegvelden en landingsplaatsen,
kampeer- of caravanterreinen, dagcampings, lig- of
speelstrandenlig- of speelweide, zwemgelegenheden en
baad- of speelvijvers;
e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen,
constructies, installaties of apparatuur, met uitzonde
ring van erfafscheidingen met een maximale hoogte van 75
cm; onder leidingen, constructies, installaties of appa
ratuur worden mede begrepen rekreatieve voorzieningen
met uitzondering van eenvoudige voorzieningen als een
bank, afvalbak of wegwijzer; onder leidingen, construc
ties, installaties en apparatuur worden niet begrepen
voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor of verband hou
den met de uitoefening van het bosbedrijf, dan wel cle
uitoefening van het agrarisch bedrijf, indien en voor zo
ver deze uitoefening reeds plaats vond op het tijdstip
van inwerkingtreding van dit besluit;
f. werken of werkzaamheden ten behoeve van of verband hou
dende met de oprichting of plaatsing van -al dan niet
aan hun bestemming onttrokken- voer- of vaartuigen, arken,
caravans, en sta- of wooncaravansvoorzover deze niet
als bouwwerken zijn aan te merken alsook tenten, tenzij
op terreinen, welke op het tijdstip van de openbaarmaking
van dit besluit reeds daartoe uitzonderlijk zijn ingericht
g. werken of werkzaamheden, welke wijzigingen van de water
huishouding of de waterstand beogen of tengevolge heb
ben
h. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders
dan bij wijze van verzorging, met dien verstande, dat
geen aanlegvergunning is vereist met betrekking tot bossen
en andere houtopstanden, welke deel uitmaken van bosbouw-
ondernemingendie als zodanig bij het Bosschap geregi
streerd staan en met dien verstande, dat geen aanlegver-
gunning is vereist voor het periodiek kappen van hakhout
voor zover betreffende de normale uitoefening van het op
het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit bestaan
de bodemgebruik
i. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van dit be
sluit niet als bosgronden konden worden aangemerkt.
-3-
<r