-3-
III. te bepalen, dat de hierbovengenoemde werken en werkzaam
heden niet toelaatbaar zijn, indien daardoor, dartel door
de daarvan, hetzij direkt, hetzij indirekt te verwachten
gevolgen, schade wordt toegebracht aan de landschappelijke
of rekreatieve of natuurwetenschappelijke waarde van het
gebied, waarvoor dit voorbereidingsbesluit van kracht is.
Aldus gedaan in de openbare ver
gadering van ,23 april 197^.
De Raad voornoemd,
voorzitter
eeretaris.
BU/GG.