De Raad van de gemeente Teteringen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
19 juni 1974;
gelet op de Kleuteronderwijswet en de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende "Verordening op de heffing van
schoolgeld voor het openbaar kleuteronderwijs".
Artikel 1 (Aard van de heffing)
Met inachtneming van de in artikel 49» lid 1, van de Kleuteronder-
wijswet ,in het koninklijk besluit van 12 juni 1956, staatsblad
324 en in de overige ter zake gegeven uitvoeringsvoorschriften ge
stelde bepalingen, geschiedt de heffing van schoolgeld -bij wege
van aanslag- voor het verstrekken van onderwijs aan leerlingen van
de gemeentelijke scholen voor kleuteronderwijs naar de volgende
regelen.
Artikel 2 (aanwijzing schoolgeldplichtige
1. Het schoolgeld is verschuldigd voor:
a. een leerling, staande onder de ouderlijke macht, door de
vader of, indien de ouderlijke macht door de moeder alleen
wordt uitgeoefend, door de moeder;
b. een leerling, staande onder de voogdij van zijn vader of
moeder, door degene die de voogdij uitoefent.
2. Pleegouderlijke zorg vervult te dezen opzichte de plaats van de
ouderlijke macht of de voogdij van de vader of de moeder. Onder
pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en
opvoeding van het kind van anderen, als ware het een eigen kind,
onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten
van een vergoeding daarvoor. Mede wordt voor de toepassing van
de verordening, tot pleegouderlijke zorg gerekend, de verzorging
door besturen of eigenaren van kindertehuizen en dergelijke in
richtingen
Artike.1 3 Schoolgeld jaar
1. Het schoolgeldjaar is gelijk aan het cursusjaar. Het omvat een
periode van twaalf maanden;
2. De omstandigheden bij het begin van het schoolgeldjaar zijn be
palend voor de heffing van het schoolgeld. Wordt een leerling
in de loop van het schoolgeldjaar ingeschreven, dan treedt te
zijnen aanzien het tijdstip an inschrijving voor het begin van
het schoolgeldjaar in de plaats.