-8-
Op de vraag van raadslid Backx inzake het gebruik van onbebouwde
gronden, antwoordt de Voorzitter, dat het niet de bedoeling is
een incidenteel gebruik van deze grond als sport- of wedstrijd
terrein onmogelijk te maken.
Verder merkt de Voorzitter op, dat het met vrijstelling van
burgemeester en wethouders mogelijk blijft gronden uit te lagen
c.q. op te hogen. Voor de landschapsbescherming is het echter
noodzakelijk, dat de overheid hierop invloed kan uitoefenen.
Ook de mogelijkheid tot het verwijderen van oude erfbeplanting
blijft met vergunning van de gemeentelijke overheid bestaan.
De heer Speelman, daartoe door de Voorzitter uitgenodigd, antwoordt
op de vraag van raadslid de Jong, dat de mogelijkheid tot wijzi
ging van een bestemmingsplan altijd aanwezig blijft. Het is echter
niet waarschijnlijk, dat van gemeentewege een wijziging op de
hoofdpunten zal worden voorgesteld. Voor een wijziging zal de
zelfde procedure moeten worden gevolgd als bij de totstandkoming
van dit plan het geval is.
De Voorzitter vraagt hierna, wie in tweede instantie het woord
verlangt
Raadslid Oomen vraagt voor welk gebied de beperking van de hoogte
van erfafscheidingen tot 1.25 meter komt te vervallen.
De Voorzitter antwoordt, dat deze bepaling in het gehele plange
bied zal vervallen.
Raadslid Backx vraagt nog naar de mogelijkheid tot het egaliseren
van gronden ten behoeve van akkerbouw.
De heer Speelman, daartoe uitgenodigd, antwoordt hierop, dat de
bepalingen in het bestemmingsplan niet van toepassing zijn voor
het normale onderhoud van land- en akkerbouw. De beperkingen in
zake het egaliseren van gronden hebben alleen betrekking op buiten
gewone werkzaamheden, geen onderhoud zijnde.
De Voorzitter zegt, dat er twee amendementen zijn inzake het voor
liggend concept-raadsbesluit, nl.
a. het vervallen van de bepaling inzake de hoogte van erfafschei-
dingen tot 1.25 meter;
-9-