Hierna leggen alle leden van de Raad de zuiverings- en de
ambtseed af in handen van de Voorzitter.
De Voorzitter spreekt hierna als volgt: Leden van de Raad. Op
29 mei hebben de kiezers U gekozen en vandaag zit U hier. We
staan aan het begin van een periode van vier jaar. Na die vier
jaar zal geoordeeld worden door diezelfde kiezers. Ik dacht,
dat de belangen, waarvoor wij staan in deze vier jaar, uiter
mate groot zijn en dat we daar tezamen hard aan zullen moeten
werken. Ik verwacht niet anders, dan dat zulks in goed team
work en in een goede sfeer, met voorop de belangen van de ge
meente, zal kunnen geschieden. U heeft dat zojuist in Uw eed
vastgelegd en ik verwacht van U dan ook niet anders. Als dat
zo is, dan denk ik, dat we op dit moment een bijzonder ple
zierige raadsperiode ingaan.
Benoeming van de wethouders.
De Voorzitter zet uiteen, dat er op dat moment in heel Neder
land wethouders worden gekozen en dat er in zoverre niets
nieuws aan de hand is. In de gemeente zijn twee wethouders
nodig, die gekozen worden uit en door de Raad. De verkiezing
zal bij geheime, schriftelijke stemming plaatsvinden. Vervol
gens verzoekt de Voorzitter de raadsleden Oomen en Maes samen
met hem het stembureau te vormen, waarna hij de benoeming aan
de orde stelt van een wethouder in de vakature - A. Na de
stemming konstateert het stembureau, dat 11 stemmen zijn uit
gebracht waarvan 10 op het raadslid Oomen en 1 stem op het
raadslid van Overveld. Het raadslid Oomen is hiermede benoemd
tot wethouder. Voorts stelt de Voorzitter de benoeming aan de
orde van een wethouder in de vakature - B. Na de stemming kon
stateert het stembureau, dat 11 stemmen zijn uitgebracht, waar
van 6 op het raadslid Braat, 1 op het raadslid Engelen, 3 op
het raadslid Gerits en 1 op het raadslid van Overveld. Het
raadslid Braat is hiermede benoemd tot wethouder.
Voorts vraagt de Voorzitter aan de benoemden of zij him be
noeming aannemen. Het raadslid Oomen zegt zijn benoeming graag
te willen aannemen. Vervolgens zegt hij: "Ik wil de Raad danken
voor het in mij gestelde vertrouwen en dan nog wel een ver
trouwen, dat in zo ruime mate aanwezig is.