-11-
Verder zegt de Voorzitter, dat moeilijk kan worden gezegd, waaruit
de bijdrage aan de regio nu wordt betaald, of dat nu voor een stukje
uit het gemeentefonds is of uit de gemeentelijke belastingen. De
bijdrage wordt betaald uit de gemeentekas, die voor een zeer belang
rijk deel wordt gevuld door uitkeringen uit het gemeentefonds. De
Voorzitter herhaalt, dat in de stadsgewestregeling, wat hem betreft,
meer had mogen staan, maar niet in hoeft te staan. De regio is in
een situatie gekomen, dat er een redelijke basis van vertrouwen om
daarop verder te bouwen is onstaan. Een aantal gemeenten zal er aan
moeten wennen om dat vertrouwen verder te brengen en dat zijn waar
achtig niet de kleinsten. Er zal niet op het scherp van de snede
mogen worden gewerkt. Een aantal zaken in de nieuwe regeling zou nog
wat verder uitgewerkt kunnen worden. Zo zou er gesteld kunnen worden,
dat de gemeenten geen eigen structuurplan maken. Dat zou geen pro
bleem mogen zijn, omdat het gemeentelijk structuurplan duidelijk zou
moeten passen in dat van het gewest. Het vertrouwen in elkaar, deze
gemeenschappelijke basis mag en moet worden voorondersteld. Voorts
zegt de Voorzitter, dat de gemeente zelf een informeel structuurplan
bezit, een globale indicatieve schets van de visie op lange termijn.
Zo'n schets zou er dus voor het hele stadsgewest kunnen komen, waar
bij concessies zullen moeten worden gedaan en claims gelegd zullen
kunnen worden. Een bestemmingsplan is echter van een andere orde. Het
is een konkrete basis op korte termijn en tevens basis voor onteige
ning. Een structuurplan heeft zin als richtinggever voor het bestem
mingsplan. Een gemeentelijk structuurplan is echter wat te krap, omdat
het bij de gemeentegrens ophoudt. De Voorzitter zegt te menen de
gemaakte opmerkingen voldoende te hebben beantwoord. Daarbij merkt
hij op zich bewust niet te hebben bediend van termijnen om aan de
wens om meer informatie tegemoet te komen. De Voorzitter acht het
tenslotte niet geheel gebruikelijk om tot schorsing over te gaan.
Hij zegt er niet zo'n probleem mee te hebben, dat nu wel te doen.
Raadslid van Overveld vraagt de vergadering voor enkele minuten te
schorsen. Voorts merkt hij op, dat schorsing steeds formeel wel moge
lijk is.
De Voorzitter zegtdat de raad zelf de baas is en schorst hierna
de vergadering voor enkele minuten.
-12-