Raadsvergadering 29 oktober 1974.
Agendanr. 2
Beëdiging van het raadslid mevrouw E.H.C. van Westhreenen-Herlaar
Aan de Raad,
Op 24 september j.l. is door Uw Raad besloten tot toelating van
mevrouw E.H.C. van Westhreenen-Herlaar als lid van de raad ter op
volging van het raadslid F.D. Wismeyerdie om gezondheidsredenen
als zodanig ontslag heeft genomen.
In artikel 45 van de gemeentewet is voorgeschreven, dat het raadslid
bij het aanvaarden van zijn betrekking in handen van de Voorzitter
een zuiverings- en ambtseed (c.q. -belofte) moet afleggen.
De tekst van de eed (verklaring en belofte) van zuivering luidt als
volgt
t!Ik zweer (verklaar), dat ik, om tot lid van den. Raad te worden be-
"noemd, directelijk of indirectelijkaan geen persoon, onder wat
"naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven
"heb. Ik zweer (beloof), dat ik om iets hoegenaamd in die betrekking
"te doen of te laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of ge
schenken aannemen zal, directelijk of indirectelijkzoo waarlijk
"helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)".
Van de ambtseed (belofte), die aansluitend wordt uitgesproken, luidt
de tekst als volgt:
"Ik zweer (beloof) trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks,
"en dat ik de belangen der gemeente Teteringen met al mijn vermogen
"zal voorstaan en bevorderen. Zoo waarlijk helpe mij God almachtig!
"(Dat beloof ik!)".
De aflegging van de voorgeschreven eden (beloften) is voorwaarde voor
de uitoefening van het ambt. Mevrouw van Westhreenen-Herlaar zal tot
het afleggen er van worden uitgenodigd.
Teteringen, 23 oktober 1974
Burgemeester en wethouders van
Teteringen
Aart s
burgemeester
BO/GG
Mertens
secretaris