De ontwikkelingen in de intergemeentelijke samenwerking waren
zodanig, dat eindelijk tot de oprichting van het Stadsgewest Breda
kon worden overgegaan.
De eindelijk tot stand gekomen regeling met de Boerenbond maakte
een snelle afronding van de Gouwen-Zuid I mogelijk.
Het sportpark in Teteringen-Oost begon'snel vorm aan te nemen.
De Stichting Jongeren Advies Raad kwam van de grond, terwijl
"Rijdt met Beleid" handig gebruik wist te maken van de paar droge
dagen die 1974- ons bood om een groots ponykamp te organiseren.
Op de valreep kon de nieuwbouw van Zuiderhout worden betrokken,
waarmee een belangrijke laatste schakel aan de keten van voorzie
ningen ten behoeve van de bejaarden in onze gemeente werd toege
voegd, waarop het Curatorium van de Stichting trots mag zijn.
Wat niet kwam was het bij de vorige begrotingsbehandeling toegezegde
voetpad ter ontsluiting van Zuiderhout. Wanneer, mijnheer de Voor
zitter, zal het toen vastgestelde tracé een definitieve vorm
krijgen? Enige haast lijkt me nu toch wel geboden, omdat nu de
nieuwbouw betrokken is, het contact met de kern zo soepel mogelijk
moet kunnen verlopen.
Wat wel nog werd gerealiseerd waren een nieuwe gemeenteraad en
de uitbreiding van de riolering aan het Hoeveneind. Bij dit laatste
konden we kortstondig genieten van een prachtig beboomde zandweg,
die bij het binnenkomen vanuit Terheijden een grandioos mooie
indruk maakte. Helaas, na de vraag aan een bewoner van het Hoeven-
eind of het niet leuk zou zijn de asfaltbestrating verder maar
weg te laten, deed me onmiddellijk naar datzelfde betrouwbare weg
dek verlangen om snel het vege lijf te kunnen redden. Mijn sugges
tie viel kennelijk niet in goede aarde.
Mijnheer de Voorzitter, zoals het in goed huishouden gebruikelijk
is zijn de eerste uitgaven van het jaar 1975 alweer voor het
front van de gehele gemeente gedaan in de vorm van een gezellige
en drukbezochte nieuwjaarsreceptie. Overigens op de pof, mijnheer
de Voorzitter, omdat het onderhand in Teteringen traditie is ge
worden de begroting voor het komende jaar pas na de jaarwisseling
te behandelen in de Raad.
Mijnheer de Voorzitter, U moet het hiervoor opgemerkte zeker niet
als een verwijt opvatten, integendeel.
