Het materiaal, dat Uw Raad tussen kalkoenbout en oliebol te ver
teren kreeg, was dermate omvangrijk en ingewikkeld, dat het alles
zins begrijpelijk is dat deze begrotingsstukken niet al eerder in
het openbaar konden worden behandeld. Daarbij gedoogt de eerlijk
heid mij te zeggen, dat deze begroting in een algemene commissie
vergadering van de Raad voor de Kerst al uitgebreid door U en de
heer van den Bemt is toegelicht en becommentarieerd, waarvoor nog
maals mijn hartelijke dank.
De begroting, waaraan we wel weer een groot deel van deze avond
zullen besteden, is eigenlijk een vreemd ding. Een begroting be
paalt namelijk in grote lijnen welk beleid er in het komende jaar
gevoerd gaat worden. Het zo te stellen geeft echter een volkomen
verkeerd beeld van wat we vanavond gaan doen. Immers, net zoals in
een gewoon huishouden een reeks vaste kosten na het afscheuren
van het laatste kalenderblad gewroon doorgaan, waardoor nieuwe
bestedingen niet ongelimiteerd mogelijk zijn, zo wordt ook de
gemeentebegroting beheerst door een reeks vaste uitgaven, die een
zo belangrijk deel van het totale uitgavenpakket omvatten, dat er
voor het ondernemen van nieuwe aktiviteiten betrekkelijk weinig
speelruimte overblijft. Weinig speelruimte weliswaar, maar niette
min, mijnheer de Voorzitter, speelruimte. Een speelruimte die Uw
College, getuige de nota van toelichting, al gedeeltelijk heeft
weten te benutten. Gedeeltelijk, omdat de begroting gelukkig nog
sluit met een saldo onvoorzien van ruim 25-000,=, een bedrag
dat overigens niet aLleen 25% lager is dan op de begroting 1974
was geraamd, maar dat tevens al is aangetast door verplichtingen
die Uw Raad de laatste maanden heeft aangegaan. Men denke bijv.
aan de subsidieregeling Muziekschool, die in de hier voor ons
liggende begroting nog niet werd verwerkt. Uw wens om tot ver
ruiming van de inkomsten te komen door middel van verhoging van
de gemeentelijke belastingen is dan ook zeker te billijken, ook
al zal deze verhoging dan ook niet met gejuich worden begroet.
Voor wat betreft de invoering van de onroerend-goedbelasting, die
nakend is, verzoek ik U met klem om liefst op korte termijn een
nota daarover te doen samenstellen. Deze nieuwe wijze van belas
ting heffen zal in onze gemeente met zorg benaderd moeten worden,
opdat onbillijkheden, waarover uit andere gemeenten berichten
door sijpelen zullen kunnen worden vermeden. Uw-aktiviteiten in
deze zie ik met het volste vertrouwen tegemoet.