Het behoud van open ruimten nu is en blijft voor ons een
belangrijk uitgangspunt voor dit bestemmingsplan. Een betrek
kelijk willekeurige bebouwing met een vrijstaand bijgebouw,
waar ter plaatse in het bestemmingsplan voor het gebied "tuinen
en erven" dan ook, dient naar onze mening te worden voorkomen.
Met vergunning van ons college (de bestemmingsbepalingen ver
zetten zich daartegen niet) heeft reclamant op zijn perceel een
zwembad gebouwd
Binnen de aangegeven bouwkavel is de mogelijkheid aanwezig een
bouwwerk op te richten ten dienste van het gebruik van dit bad.
Wij stellen U derhalve voor, dit bezwaarschrift om bovenver
melde redenen ongegrond te verklaren.
II. bezwaarschrift van G. van Ham te Oosterhout.
Reclamant heeft bezwaar tegen de beperkte bebouwingsmogelijk
heden van het hem in eigendom toebehorende perceel, sectie
C nr. 901.
Deze beperking is echter geen novum van dit bestemmingsplan.
Ook het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 1966" staat onbe
perkte bebouwing niet toe.
Aangezien bij het ontwerpen van het plan het behoud, zowel
van de landschappelijke gegevenheden als van het beperkt vrije
uitzicht heeft voorop gestaan, kan aan het bezwaarschrift als
zodanig niet worden tegemoetgekomen.
Aan de (mondeling geuite wens, het bedrijf naar achter te
mogen verplaatsen, kan naar onze mening wel worden voldaan.
De gehele situatie ter plaatse zal daardoor aanmerkelijk wor" n
verbeterd. In verband met het te wijzigen gebruik verdient het
bovendien aanbeveling de omschrijving van de bestemming
"bedrijfsdoeleinden II" aan te passen in die zin, dat handel
in motorvoertuigen wordt uitgesloten en dat vestiging van een
transportbedrijf wordt toegelaten.
Het lijkt ons zinvol het ontwerp-plan aan te passen op de wijze
als aangegeven in het thans ter vaststelling aangeboden gewij
zigde ontwerp-bestemmingsplan en ontwerp-voorschriften, waar
bij wij volledigheidshalve nog opmerken, dat in dit kader de
primaire bebouwingsgrens aan de veranderde situatie wordt aan
gepast.
-2-
1 cx
-3-