Aangezien het bedrag per leerling voor De Springplank vanwege het beperkte aantal leerlingen aanzienlijk afweek van het bedrag, dat voor de in normale omstandigheden verkerende bijzondere scholen voldoende moest worden geacht, werd de Minister van Onderwijs en Wetenschappen met toepassing van artikel 95 quater van de Lager- onderwijswet 1920 verzocht om De Springplank buiten aanmerking te laten bij de vaststelling van het bedrag per leerling voor 1973, welk verzoek door de Minister werd ingewilligd. Als gevolg van deze procedure werd toen net als voorheen met toepassing van artikel 101, lid 5, van de wet alsnog een bedrag per leerling voor de bij zondere scholen vastgesteld en bepaald op 190, Ook voor 1974- (raadsbesluit van 28 februari 197+1-) werd besloten de Minister te verzoeken om De Springplank buiten aanmerking te laten bij de vaststelling van het bedrag per leerling (art. 55 quater). Tevens werd het bedrag per leerling voor de bijzondere scholen bepaald op 225,Inmiddels is ons langs telefonische weg bekend geworden, dat de Minister het verzoek om De Springplank buiten aanmerking te laten niet heeft ingewilligd. Wij verwachten de beslissing van de Minister begin maart te ontvangen. De conse quentie hiervan is, dat Uw Raad met toepassing van artikel 55 bis der wet over 1974 alsnog een bedrag per leerling voor De Springplank zal moeten vaststellen. Het besluit hiertoe kan pas worden genomen, als de beslissing van. de Minister onherroepelijk is geworden (d.i. als de beroepstermijn van 30 vrije dagen is verlopen). Het bedrag per leerling zal dan moeten worden vastgesteld op basis van de werkelijke exploitatiekosten van De Springplank. Intussen dient ter voldoening aan het bepaalde in artikel 55 bis der viet voor 1 maart het bedrag per leerling voor 1975 "te worden vastgesteld. Ter berekening daarvan hebben wij een opstelling ge maakt van de verwachte exploitatiekosten van De Springplank. Rekening houdend met een bedrag van 15,per leerling voor gymnastiekonderwijs en 25,per leerling voor administratie kosten, wordt het totaal van de kosten voor het openbaar lager onderwijs voor dit jaar geraamd op 20.440,zodat het bedrag per leerling voor 1975? uitgaande van een leerlingental van 76, derhalve 268,95 bedraagt. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 36