overwegende thans ten aanzien van de gegrondheid der bezwaar
schriften:
Ad 1:
dat reclamant als bezwaar aanvoert, dat een gedeelte van het hem
in eigendom toebehorende perceel, kadastraal bekend als gemeente
Teteringen, sectie A nr. 757? de bestemming heeft gekregen van
"tuinen en erven", waarop bebouwing van een vrijstaand bijgebouw
niet is toegestaan;
dat het steeds de bedoeling van reclamant is geweest om achter
zijn huis een zwembad te bouwen met daarbij.ééia vrijstaand bij
gebouw, bevattende o.a. een douche, toilet, ruimte voor tuin
meubelen etc.;
overwegende dienaangaande, dat bij het ontwerpen van het plan
het behoud van de landschappelijke gegevenheden en van het be
perkt vrije uitzicht heeft voorop gestaan;
dat een betrekkelijk willekeurige bebouwing met een vrijstaand
bijgebouw, waar ter plaatse in het bestemmingsplan in het gebied
"tuinen en erven" dan ook, daarom moet worden voorkomen;
dat reclamant, met vergunning van burgemeester en wethouders,
op zijn perceel inmiddels een zwembad heeft gebouwd;
dat binnen de aangegeven bouwkavel de mogelijkheid aanwezig is
tot het oprichten van een bouwwerk ten dienste van het gebruik
van het zwembad;
dat derhalve het bezwaar van reclamant ongegrond dient te worden
verklaard;
I Ad 2:
dat reclamant bezwaar heeft tegen de beperkte bebouwingsmoge
lijkheden van het hem in eigendom toebehorende perceel, kadas
traal bekend als gemeente Teteringen, sectie C nr. 901;
overwegende dienaangaande, dat deze beperkte bebouwingsmogelijk
heid geen novum is in het onderhavige ontwerp-plan, aangezien
ook onder vigueur van het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 1966
onbeperkte bebouwing niet is toegestaan;
dat bij het ontwerpen van het plan het behoud van de landschappe
lijke gegevenheden en van het beperkt vrije uitzicht heeft voor
op gestaan;
dat het bezwaarschrift derhalve ongegrond dient te worden ver
klaard;
dat aan de mondeling geuite wens, het bedrijf naar achter te
-2-
'ar
-3-