VERSLAG van het vragenhalfuur na de raads vergadering van 25 februari 1975 in het gemeenschapshuis 't Web. De heer J. Brouwers zegt, dat in artikel 1 van de Wegenverkeers wet een omschrijving is gegeven van het begrip "weg". Op grond hiervan mag, wanneer in een bepaalde straat een parkeerverbod is ingesteld, niet worden geparkeerd op tot die straat behorende bermen of zijkanten van de weg. In de Hoolstraat worden bij overtreding van dit artikel heel wat processen-verbaal opgemaakt. Hij vraagt of de mogelijkheid bestaat van dit verbod ontheffing te krijgen. Burgemeester Aarts antwoordt, dat slechts in speciale gevallen, zoals b.v. invaliditeit, voor parkeer- en stopverboden ont heffing wordt verleend. De heer J. Brouwers meent, dat in bepaalde gemeenten ook op andere gronden ontheffing wordt verkregen. Burgemeester Aarts zegt, dat er met name in de Hoolstraat situaties bestaan, waar particuliere grond onder de rijweg ligt. Daar het een openbare weg is, gelden hier de algemene bepalingen van de verkeerswetgeving. Als men achter het trottoir een perceel in eigendom heeft, kan men dit perceel met de auto niet betreden zonder een overtreding te begaan, tenzij er opritbanden zijn aangebracht. Hij besluit met de opmerking, dat navraag gedaan zal worden op welke gronden ontheffing in andere gemeenten wordt verleend. Hierna sluit burgemeester A. Aarts het vragenhalfuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 21